Het coronavirus gaat hand in hand met een toename in het aantal cybercrime-incidenten in Nederland, maar de cijfers verschillen ook per provincie. Zou het voorkomen van cybercriminaliteit daardoor op provinciaal niveau geregeld moeten worden? Herman Kalter, fractievoorzitter van SP Overijssel, vertelt wat zijn partij daarvan vindt.

Wel of niet provinciaal

Volgens Kalter is cybercriminaliteit niet een onderwerp dat speelt bij de Provinciale Staten: “maar ik vind zeker dat we daar wel de nadruk op moeten vestigen en de aandacht eraan moeten geven.” Daarbij noemt hij, als inwoner van Hof van Twente, de recente hack van zijn gemeente. “Toen Hof van Twente gehackt werd, dachten wij als partij direct: daar moeten we iets aan doen.” Naar aanleiding van die hack is het onderwerp wel besproken in de Provinciale Staten, vertelt Kalter. “Dat ging vooral over hoe andere gemeentes in zo’n situatie zouden moeten handelen, maar verder merkte ik weinig initiatief. Er werd niet gedacht: daar moeten we direct mee aan de slag.”

Invulling van een nieuw beleid

Herman Kalter ziet vooral een regierol voor de provincie als het gaat om het voorkomen van cybercriminaliteit: “Ik ben inwoner van Hof van Twente, ik ben inwoner van Overijssel en ik ben inwoner van Nederland. Ik wil dan dat ik ervanuit kan gaan dat mijn online veiligheid goed geregeld is.” De gemeente moet daarbij volgens Kalter kritisch kijken naar haar eigen zaken, “maar uiteindelijk hebben de gemeentes gewoon te weinig geld om zulke taken goed te doen.”

Het begint voor Kalter dan ook bij het beschikbaar stellen van meer geld voor de provincie en haar gemeentes: “Pas dan kunnen we de provinciale politiek aansprakelijk houden voor de kwaliteit van veilige dienstverlening. De provincie moet ervoor zorgen dat alles veilig is voor mij als inwoner. Als politiek heb je daar een kritische rol in, om ervoor te zorgen dat het voor elkaar is.”