Zo denken Overijsselse partijen over een provinciaal beleid voor cybercriminaliteit
De coronapandemie gaat gepaard met een toename in het aantal cybercrime-incidenten in heel Nederland, maar er zijn ook verschillen te zien tussen provincies. Uit onderzoek van VPNgids.nl blijkt dat de toename in Overijssel in de periode januari 2020 tot mei 2020 vergeleken met dezelfde periode van het jaar daarvoor zelfs 417 procent was, de op een na hoogste stijging van Nederland. Dit roept de vraag op: zou cybercriminaliteit op de provinciale politieke agenda gezet moeten worden?
Overijsselse partijen
Cybercriminaliteit is in ieder geval een onderwerp dat speelt bij de kiezers van de Overijsselse partijen. Uit onderzoek van RTV Oost blijkt namelijk dat bijna de helft (49,3 procent) van de kiezers uit Overijssel cybercriminaliteit één van de belangrijkste veiligheidsonderwerpen vond bij de afgelopen Tweede Kamerverkiezingen. In de provinciale politiek blijft die zorg van de kiezers niet onopgemerkt: “Ik hoor van veel inwoners dat cybercriminaliteit door het coronavirus erger is geworden. Het is moeilijker om bij mensen in te breken omdat ze constant thuis zijn, dus daarom gaan criminelen op zoek naar alternatieven. Cybercriminaliteit is daar één van”, vertelt Joeri Pool, Statenlid van PVV Overijssel. Volgens hem staat het daarentegen nog niet hoog genoeg op de provinciale politieke agenda: “Maar ik hoop wel dat dat nu gaat gebeuren. Zowel de provincie als de inwoners hebben baat bij een goed beleid op het gebied van cybercriminaliteit.”
“Zowel de provincie als de inwoners hebben baat bij een goed beleid op het gebied van cybercriminaliteit” – Joeri Pool, PVV Overijssel
Herman Kalter, fractievoorzitter van SP Overijssel, vindt dat de provincie daarbij een beschermde taak heeft tegenover haar burgers: “Online veiligheid moet voor elke inwoner goed geregeld en gewaarborgd zijn. De provincie ziet het niet als haar verantwoordelijkheid, maar dat zou wel moeten. De provincie hoeft zeker niet alles te doen, maar ze moet er wel voor zorgen dat alles goed voor elkaar is.”
Fractievoorzitter van D66 Overijssel, Wybren Bakker, ziet dat cybercriminaliteit op landelijk niveau in ieder geval wel speelt: “Maar ik zie het niet direct in de Overijsselse politieke arena komen. Wat mij betreft moet voorlichting, opsporing en vervolging op de landelijke agenda blijven staan.”
Volgens cybercrime-expert Marianne Junger van Universiteit Twente is het vooral eerst belangrijk om te kijken waar die verschillen tussen provincies vandaan komen. “Nieuwe maatregelen beginnen met beter inzicht in wat er zou kunnen veranderen en wat je zou moeten doen. Pas dan kun je kijken naar wat er anders moet.” Collega cybercrime-expert, Jan-Willem Bullee (Universiteit Twente), sluit zich daarbij aan: “Ik denk dat het een goed idee is om meer aandacht te besteden aan bepaalde vormen van cybercriminaliteit in de provincie, als blijkt dat die meer voorkomen. Maar daarbij is het belangrijk om eerst meer in te zoomen op wat er in die provincies gebeurt en wat daaraan te doen is.”
“Nieuwe maatregelen beginnen met beter inzicht in wat er zou kunnen veranderen en wat je zou moeten doen” – Marianne Junger, cybercrime-expert
Het voorkomen van cybercriminaliteit en het vervolgen van cybercriminelen wordt momenteel op nationaal niveau geregeld. Het Openbaar Ministerie is in Nederland verantwoordelijk voor het vervolgen van cybercriminelen die bijvoorbeeld DDos-aanvallen sturen naar overheidswebsites of fraude plegen via WhatsApp. Ook het voorkomen van cybercriminaliteit ligt in de handen van de Rijksoverheid.
.
Het kabinet is, volgens de website van de Rijksoverheid, van plan de komende jaren 26 miljoen euro beschikbaar te stellen in de strijd tegen cybercriminaliteit. Met dit geld wil het onder andere meer onderzoek doen naar cybercriminaliteit.
.
Straffen voor cybercriminelen in Nederland
– Criminelen die computergegevens vernielen, kunnen een gevangenisstraf van maximaal twee jaar krijgen.
– Personen die computersystemen ontoegankelijk maken, kunnen ook een gevangenisstraf van maximaal twee jaar krijgen. Bijvoorbeeld als zij aan wachtwoorden sleutelen of computers bestoken met spam zodat alles vastloopt.
– Computercriminelen die strafbare feiten plegen met een botnet, kunnen maximaal drie jaar gevangenisstraf krijgen. Met botnets nemen criminelen bijvoorbeeld computers over. Op die manier krijgen ze toegang tot privégegevens.
– Brengt een computerdelict ernstige schade toe? Of richt het zich tegen een vitale infrastructuur, bijvoorbeeld een overheidsnetwerk of energiecentrale? Dan wordt de maximale gevangenisstraf vijf jaar.
Provinciaal beleid
De vraag is dan hoe die rol voor de politiek in Overijssel ingevuld kan worden. Volgens Joeri Pool van de PVV heeft dat twee kanten: “Aan de ene kant moet de drempel van het melden omlaag. Aangifte doen moet makkelijker worden en de politie moet daar ook direct werk van maken. Aan de andere kant is het belangrijk dat we als provinciale politiek ervoor zorgen dat onze inwoners bewust zijn van de manieren waarop cybercriminelen misbruik van je proberen te maken.”
Volgens Herman Kalter van de SP heeft de provinciale politiek een minder actieve rol in het voorkomen van cybercriminaliteit. “Ik zie onze verantwoordelijkheid eerder als een regierol. Ik hoef als Raadslid niet te checken of alle systemen in orde zijn, maar ik moet wel kritisch vragen of ze dat zijn. Ik houd de politiek aansprakelijk voor de kwaliteit van veilige dienstverlening en de veiligheid van haar burgers.”
“Ik houd de politiek aansprakelijk voor de kwaliteit van veilige dienstverlening en de veiligheid van haar burgers” – Herman Kalter, SP Overijssel
PVV Overijssel en SP Overijssel zien beide dus een taak voor de provinciale politiek in het voorkomen van cybercriminaliteit. Expert Jan-Willem Bullee noemt het een logische keuze om per provincie te kijken naar de meest voorkomende vormen van cybercriminaliteit. “Als uit de data blijkt dat inwoners van Overijssel bijvoorbeeld veel kwetsbaarder zijn voor WhatsAppfraude dan inwoners van Groningen, is het alleen maar logisch dat je daar meer aandacht aan gaat besteden. Het is dan onlogisch om mensen die al veilig gedrag vertonen nog extra te vertellen: zo doe je dit veilig. Dat weten ze al. Maar met de huidige, landelijke campagnes is dat wel wat er gebeurt. Er is geen aandacht voor de eventuele regionale verschillen, terwijl het juist verstandig is dat wel te doen.” Volgens expert Marianne Junger is het een betere keuze om één beleid in te voeren, waarbij wel gecoördineerd wordt tussen de provincies: “Het kan geen kwaad als iedere provincie zich verantwoordelijk voelt, maar het is wel verstandig om samen te werken in het vaststellen van een beleid. In termen van voorlichting, in termen van hulp aan bedrijven en in termen van praktische tips aan inwoners.”
Een landelijk beleid op het gebied van cybercriminaliteit – zoals we dat nu ook voeren – is volgens Wybren Bakker van D66, ondanks de provinciale verschillen, toch de beste optie. Volgens hem zijn publiekscampagnes daarbij erg belangrijk: “Je bent zelf verantwoordelijk voor jouw data, maar de politiek heeft een rol in ervoor zorgen dat iedere burger weet hoe hij daarmee omgaat. Het zijn daarbij landelijke politieke keuzes om geld beschikbaar te stellen voor het voorkomen van cybercriminaliteit. Want we kunnen dit niet negeren. Dan raken we de mooie kant van het internet kwijt en dan wordt het onveilig. Dat moeten we voorkomen.”