‘’Zijn juf vroeg mij om bijvoorbeeld gymspullen mee te geven en ik begreep haar niet’’
Bijna dertig jaar geleden zet de 17-jarige Senay Ulusoy haar eerste stappen op Nederlandse bodem. Ze heeft zojuist alles was haar bekend was achtergelaten in haar thuisland Turkije. Ze komt hierheen voor haar kersverse man, die ze heeft ontmoet toen hij op vakantie was in Turkije. Ze neemt een sprong in het diepe. Met een scheutje angst en een koffer vol nieuwsgierigheid gaat ze naar een totaal onbekend land. Ze begrijpt nog geen woord van de taal en heeft geen idee hoe de cultuur hier is. De enige mensen die ze, slechts een beetje, kent is haar nieuwe schoonfamilie.
‘’We gaan bingo spelen,’’ lacht Tulin Tarhan, organisator van de interculturele koffieochtend voor vrouwen met een migratieachtergrond in Wijkontmoetingscentrum De Aanleg. ‘’Dan leren jullie op een leuke manier de taal beter kennen.’’ Een groepje mensen die al aanwezig was schuift ook aan. ‘’Normaal zitten we apart, maar vandaag wil ik dat jullie het gesprek aangaan met anderen.’’
Binnen de wijk Stadsdennen wonen relatief veel mensen met een migratieachtergrond. Ongeveer 30% van de bevolking is allochtoon. Er woonde in 2022 ongeveer 4700 vrouwen met een migratieachtergrond in heel Harderwijk. Dit is gelijk aan een kleine 10% van de bevolking van Harderwijk. Daarnaast voelen mensen zich over het algemeen comfortabeler met mensen die tot dezelfde ‘groep’ behoren, aldus de sociale identiteitstheorie. Deze theorie houdt in dat mensen met een gedeeld kenmerk zich meer op hun gemak voelen bij elkaar dan bij mensen die dit kenmerk niet hebben. Denk hierbij aan hetzelfde geloof, dezelfde afkomst of hetzelfde geslacht.
Er worden wat tafels aan elkaar geschoven en stoelen bijgezet. Het is al druk en er worden allerlei talen door elkaar gesproken. In de zaal zijn verschillende talen te horen, zoals Turks, Arabisch en Nederlands. Spullen worden aangewezen en prijzen worden neergezet op tafel. Alle vormen en maten zitten ertussen. Sommige sierlijk ingepakt met extravagante strikken, andere in kleurrijk inpakpapier. Ook koffie, thee, fruit en lekkernijen wordt over de tafel verspreid. Schalen met mandarijnen, koeken en kruidnoten worden van de ene kant van de tafel naar de andere geschoven. De mensen druppelen binnen en uiteindelijk zijn er zo’n dertig man. Een grote groep met verschillende culturen en nationaliteiten van over de hele wereld. Er zijn onder andere vrouwen van Turks, Syrisch en Somalische afkomst, allemaal met hun eigen verhaal over hoe ze in Nederland zijn beland en hoe dit voor ze was.
‘’Het was wel lastig om voor het eerst in Nederland aan te komen. Toen ik hier kwam had ik alleen mijn schoonfamilie,’’ vertelt Senay terwijl ze even nadenkt. Ze heeft een accent, maar haar Nederlands is duidelijk en correct. Terwijl we met elkaar praten, maakt ze zelfverzekerd oogcontact en lacht ze vriendelijk. Af en toe begrijpen we elkaar niet helemaal, maar met wat humor en uitbeelden komen we er wel uit. ‘’Toen ik hier kwam vond ik het wel prima, thuis met mijn schoonfamilie sprak ik Turks.’’ De behoefte om de taal te leren was er nog niet. ‘’Dat veranderde echter wel.’’ gaat ze verder. Haar stem wordt zachter en ze is wat meer ingetogen als ze vertelt over deze periode. ‘’Zijn juf vroeg mij om bijvoorbeeld gymspullen mee te geven en ik begreep haar niet.’’ Haar zoon kreeg al taalcursus, maar zelf begreep ze er nog geen woord van. Toen ze naar Nederland kwam was het leren van de taal nog geen eis, maar een keuze. En de keuze die ze had gemaakt, om de taal niet te leren, had nu zijn gevolgen. Haar zelfverzekerde houding verschuift wat. Ze maakt minder grapjes en haar oogcontact breekt vaker. ‘’Ja, toen merkte ik wel dat de taal leren heel belangrijk is in Nederland.’’ Ze wilde de taal vanaf toen graag leren, maar kwam er al snel achter dat het niet makkelijk zou zijn.
Een stagiair van het wijkontmoetingscentrum draait de balletjes rond en ze rollen er langzaam uit. ‘’56…, 14…, 72…,’’ Ze is zelf Nederlands en noemt de getallen dus ook in het Nederlands, ze spreekt immers geen Turks of Arabisch. De dames puzzelen onderling wat en soms worden getallen vertaald voor de rest. Een van de dames kijkt bij nummer 47 vragend. ‘’Dat is deze, toch?’’ vraagt ze terwijl ze 74 aanwijst. ‘’Andersom,’’ wordt er tegen haar gezegd, terwijl het wordt uitgebeeld met gebaren. ‘’Oh, deze!’’ lacht ze. ‘’Het is belangrijk dat jullie niet bang zijn om fouten te maken,’’ zegt Tulin vastberaden tegen de groep, ‘’Als je het niet probeert, leer je het nooit en mensen verbeteren ons vanzelf!’’ Sommige dames lachen, misschien een beetje uit ongemak.
‘’Ik ging op taalcursus, maar het is echt heel ingewikkeld,’’ zegt Senay met een zucht. ‘’Vooral verleden tijd en zo vind ik echt lastig.’’ Toch is het mooi om te zien dat ze al grote stappen heeft gemaakt. ‘’Ja, ik woon hier nu dan ook al een tijdje,’’ merkt ze terecht op. Toch heeft haar harde werk zijn vruchten afgeworpen. Ze heeft haar diploma voor NT2, een taalniveau vergelijkbaar met B1 niveau, in eén keer gehaald. Als ze hier over praat komt de zelfverzekerdheid en vastberadenheid weer terug. Dit was voldoende voor het inburgeren, maar toch wilde ze hierna graag doorleren. Haar ambitie was duidelijk, maar het ging niet van een leien dakje. ‘’Taallessen waren toen ook erg duur en financieel was dat moeilijk bij mij.’’ Ze is hierdoor tijdelijk gestopt met de taallessen. ‘’Mondeling is voor mij makkelijker, maar schrijven vind ik écht heel moeilijk.’’ Ze vertelt dat ze een passie heeft voor dichten, maar dat ze dat in het Nederlands nog niet kan. ‘’Ja, dat vind ik wel lastig. Ik moet het voor nu nog in het Turks doen, maar ik wil dat eigenlijk in het Nederlands.’’ Ze heeft grote stappen gemaakt sinds ze in Nederland is. ‘’Als je hier net komt is het echt anders. Je kent weinig mensen en bent bang om fouten te maken.’’ Ook Tulin heeft me hierover vertelt. ‘’De vrouwen zijn bang dat ze het helemaal verkeerd zeggen en dat mensen ze dan uitlachen.’’ Deze vrouwen hebben het gevoel dat ze zich enorm kwetsbaar op moeten stellen, met alle onzekerheid die dat met zich meebrengt.
‘’Bingo?’’ roept een van de dames voorzichtig. Tulin hoort haar de eerste keer niet, maar een van de andere dames moedigt haar aan om het luider te zeggen. Dit keer hoort Tulin haar wel en ze controleert het papiertje zorgvuldig. ‘’Ja, je mag een prijs uitkiezen van de tafel!’’ Langzaam wordt de tafel leger en leger. Aan het eind blijven er nog drie prijzen liggen. Senay pakt lachend twee verfkwasten die over zijn gebleven. Ze voelt aan de haartjes van de kwasten en zegt: ‘’Deze zijn voor mij denk ik? Dan kan ik gaan verven in mijn nieuwe huisje.’’ De dames beginnen te lachten en stemmen in. De kwasten waren inderdaad gekocht met Senay in het achterhoofd. Het is een prijs waar zorgvuldig over na is gedacht. Het is iets kleins, maar het symboliseert wel de bedachtzaamheid en oprechte band die de dames hier hebben.
Recente reacties