Zaterdag patatdag
Erheen lopen doe je wel vaker. Wekelijks zelfs. De witte ‘bunker’ staat er immers elke week. Maar teruglopen met een besef zoals deze, heb je niet vaak. Toch was het die ene zaterdagavond dat Klaas Fokke Plantinga (24) het zich besefte. Of misschien was het wel een langer proces geweest, maar dan was dit wel de bevestigende stempel.
De kraam wordt altijd goed bezocht. Mensen staan niet alleen hun eten af te halen, maar ook komen ze hier om bij te praten. Het is eerder een uitzondering als je iemand niet kent in de ruimte. Dat is ook niet heel gek in een plaats dat 1400 inwoners heeft. Maar niet iedereen is hetzelfde, in zo’n dorp. Dat bleek voor Klaas Fokke op deze zaterdag aan de Legedyk in Scharnegoutum, in de snackkar. Rond zeven uur liep Klaas Fokke de paar honderd meter richting de kraam vanaf huis. De lucht boven het dorp vulde zich met regenwolken en elke ademhaling maakte een zichtbaar wolkje in de lucht. In de duisternis van deze winteravond verlichtte de kraam als een bubbel van licht het dorp.
Voordat Klaas Fokke de regendruppels kon afschudden zag hij hem al. Ogen zo blauw als de oceaan. Diezelfde blonde lokken in zijn haar, als dat hij vroeger had. Een lach die niet te missen is. Net zoals Klaas Fokke hem herinnerd had. Ja, dat moest Marnix zijn. Een oud-klasgenoot van de basisschool. Hoewel ze nog altijd in hetzelfde dorp wonen, komen ze elkaar niet vaak tegen. Klaas Fokke scande het lichaam van Marnix; niet alles was nog hetzelfde. Zijn lichaam was versierd met verschillende tatoeages. ‘Hé man, hoeist?’, klonk het al voordat Klaas Fokke zijn kant opgestapt was.
Wie jarig is, trakteert
Binnen de besteltijd van de meeste mensen voor hun in de rij, komt Klaas Fokke erachter dat zijn oud-klasgenoot die dag jarig is. Dat verklaart de enorm grote bestellijst die ondertussen was doorgegeven. Oneindig veel snacks en een grote bult patat. Marnix viert die dag zijn verjaardag met de vriendengroep; voor ieder een snack.
Makkelijk, lijkt Klaas Fokke dat. De vrienden van Marnix kunnen gemakkelijk allemaal tegelijk langskomen; iedereen kent elkaar. Ze wonen stuk voor stuk in het dorp.
De snacks die Klaas Fokke zou uitdelen op zijn verjaardag zouden naar andere plekken moeten worden verstuurd. Naar de omliggende dorpen Boazum, Tersoal en Easterein. Maar ook naar vrienden uit Sneek met wie hij regelmatig omgaat. Enkele snacks zouden nog naar het midden en zuiden van het land gaan, naar vrienden van de IVA Driebergen (provincie Utrecht), de opleiding die Klaas Fokke dit jaar wil afronden. Echt verzenden van die laatste snacks zou niemand willen doen, want die zijn al koud bij aankomst. Maar bij Marnix blijft alles warm. Bij Marnix blijft ook de patat knapperig. Want al zijn vrienden komen uit Scharnegoutum.
De bubbel van Marnix is na de basisschooltijd altijd in Scharnegoutum gebleven, concludeert Klaas Fokke. Hij weet dat Marnix een tijd in Sneek gewoond heeft, maar vrienden heeft hij blijkbaar hier gehouden. En die vrienden hebben zichzelf ook hier gehouden. De gedachtenbubbel knapt even uit elkaar als Anne Rink, de eigenaar van de snackkraam, naar Klaas Fokke’s bestelling vraagt. ‘Hetzelfde maar weer’. Heit en mem nemen altijd dezelfde snack.
Identiteit en heimwee
Misschien was de bubbel van Klaas Fokke Plantinga nooit zo breed geworden als zijn studie niet ver weg was geweest. Misschien was hij ‘die dorpse jongen’ gebleven als hij naar Leeuwarden was gegaan voor een opleiding. Maar is hij zoveel veranderd? Gedachten dwalen af naar de Friese vlag die boven het huis wappert, aan een wimpel. Naar het Friese gedicht dat op het aanrecht staat te pronken. Nee, een Friese jongen zal hij altijd blijven.
Tijdens het gesprek met Marnix vergelijkt Klaas Fokke in zijn hoofd die Friese identiteit met de identiteit als Scharnegoutumer. Marnix vertelt dat hij net een huis gekocht heeft hier in het dorp, hij zal hier altijd blijven wonen. Blijkbaar heeft Scharnegoutum genoeg voor Marnix om dat te kunnen. Klaas Fokke heeft ook binding. Door de kaatssport die hij er doet. Door vrienden en zijn familie. Door het dorpsfeest dat er een keer per jaar is. Maar die binding is minder. Daar midden in de snackkraam denkt Klaas Fokke in zichzelf na. Nee, heimwee naar Scharnegoutum zou hij nooit hebben.
Volle tas mee naar huis
‘Doei man, goed wykein!’, roept Marnix nog van onder de luifel. Voordat Klaas Fokke nog iets zinnigs kan zeggen was de blonde jongen al de regen in verdwenen.
Binding met een dorp brengt veel mee voor wie dat veel heeft. Marnix ziet er blij en tevreden uit. Maar snacks kun je ook bij andere kramen halen om uit te delen. Zonder dat die koud worden.
Voor wie binding niet alleen in eigen dorp ligt, is net zo veel geluk te vinden. Klaas Fokke wil na zijn opleiding het liefst in het buitenland gaan werken in de botenindustrie. En vrienden hoef je niet alleen op loopafstand te hebben. Ontdekken van verdere afstanden dan de supermarkt in je dorp, daar kunnen andere mensen juist blij van worden.
‘Jongen, dyn snackjes!’. Anne Rink reikt de plastic tas met warm geluk aan vanuit de kraam. Nadat Klaas Fokke betaald heeft, gooit hij zijn capuchon over zijn hoofd en stapt hij de natte wereld in. De geur van de frituur wordt met elke stap die hij richting de woonboerderij zet, minder. De geur van nat gras en de regendruppels die op de bakstenen weg vallen, neemt de overhand.
Thuis zet Klaas Fokke de tas op tafel. Patat en snacks is hetgeen waarvoor hij kwam. Maar op deze patatdag is er nog iets meegekomen in de tas van de snackkraam: het besef dat zijn binding niet even groot is als de binding van andere leeftijdsgenoten in het dorp. Borden worden op tafel gezet. Ondanks het besef van Klaas Fokke op deze patatdag, zullen ook deze snacks niet koud zijn.
Recente reacties