Van sociale huur naar koop: hoe het Soesterkwartier gentrificeert

In de etalage van de fietsenwinkel staat pontificaal een bakfiets. “We verkopen ze steeds meer,” vertelt Petra vanachter de kassa. “Aan iedereen in de wijk, maar vooral aan nieuwe bewoners.” Verderop in de wijk aan het Anjerplein rennen twee kleuters over de betegelde tuin door de voordeur naar binnen. Buiten staat Mariëlle nog. Zij woont al haar hele leven in het Soesterkwartier. “Aan ons plein zijn nog driekwart echte Soesterkwartierders. Maar verder in de wijk zie ik het echt veranderen.” De dynamiek in de wijk is met de komst van de nieuwe soort bewoners erg veranderd. “Vroeger wist je bij roddels gelijk over wie het ging. Nu leven mensen meer achter de voordeur.”

Het Soesterkwartier is aan het gentrificeren. De samenstelling van de wijk is aan het veranderen en daarmee ook haar sociale samenhang. Rijkere en hogeropgeleide bewoners trekken de buurt in, waardoor het stukje bij beetje steeds minder betaalbaar wordt voor de lageropgeleide bewoners, die daardoor uit de buurt vertrekken.

Dit blijkt ook uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Het aandeel hogeropgeleiden in de wijk is de afgelopen tien jaar twee keer zo hard gestegen in vergelijking met de rest van Nederland. Wat ten koste gaat van de lager opgeleiden.

De cijfers achter de gentrificatie
Tot 2017 waren de verkoopprijzen van koopwoningen in het Soesterkwartier een stuk lager in vergelijking met de rest van Nederland, gemiddeld zo’n 14% of 32.400 euro. Maar sinds 2017 zijn de verkoopprijzen flink gestegen en zijn ze nu zelfs duurder dan het landelijke gemiddelde.

Daar komt bij dat de huizenprijzen sinds 2015 sowieso erg zijn gestegen. Voor starters is het steeds moeilijker geworden om een huis te kunnen financieren, blijkt uit onderzoek van de Rabobank. De lonen stegen namelijk niet zo hard mee als de huizenprijzen. Als starter moet je nu meer dan 70 duizend euro per jaar verdienen om een starterswoning te kunnen kopen.

Dit maakt het allemaal niet makkelijk voor mensen met een lager inkomen om aan een koopwoning te komen in het Soesterkwartier. Maar ook sociale huurwoningen in de wijk vinden is de afgelopen twintig jaar ook moeilijker geworden. In 2003 bestond de wijk nog uit 62,1% sociale huurwoningen van woningcorporaties, terwijl dat percentage in 2023 was gedaald tot nog geen 42%.

In het buurthuis De Nieuwe Sleutel zitten onder andere Nicole en Wim te kwartetten. “Meer dan 70 duizend euro verdienen per jaar verdienen om een huis te kunnen kopen?!” zegt Wim verbaasd. Nicole schudt instemmend haar hoofd. Wim zijn zoon zoekt al een lange tijd naar een woning in het Soesterkwartier, maar met weinig succes. “Ze maken het de jeugd wel erg moeilijk zo.”

Vanaf hier mochten bewoners van het Soesterkwartier meebeslissen en aangeven wat zij precies verder wilden weten binnen dit verhaal. Wij vroegen dit tijdens een lunch die wij organiseerden in buurthuis De Nieuwe Sleutel. De mensen gaven duidelijk aan: Hoe heeft dit kunnen gebeuren? Op wie moeten wij boos zijn? Lees hieronder hoe dat zit.

Dat het aandeel sociale huurwoningen in de wijk zo sterk is afgenomen, heeft te maken met twee factoren. Sinds 2003 zijn er vooral koop- en particuliere huurwoningen in de wijk bijgekomen, terwijl de woningcorporaties veel van hun sociale huurwoningen verkochten. Hiermee verandert de samenstelling van een buurt al snel, aangezien lageropgeleiden minder snel een huis kunnen kopen en vaker zijn aangewezen op sociale huur. Hierdoor gentrificeert het Soesterkwartier.

Woningcorporaties maken samen met onder andere de gemeente prestatieafspraken over wat ze allemaal gaan doen qua sociale huur in de gemeente. Hierin bespreken ze hoeveel woningen er gebouwd gaan worden, maar ook hoe ze de doorstroom gaan bevorderen of schimmelproblemen aanpakken. Daarom stelden wij de gemeente Amersfoort en woningcorporatie De Alliantie (met 1495 woningen de grootste in het Soesterkwartier) de vraag of er bewust beleid is gevoerd om het aantal sociale huurwoningen in de wijk te verminderen.

Beide partijen gaven eigenlijk geen inhoudelijk antwoord op onze vragen. De Alliantie gaf aan dat ze voor elk huis dat ze verkopen twee nieuwe huizen terugbouwen. Deze kwamen echter niet terug in het Soesterkwartier. “Zo worden er nu in Parkweelde in Kruiskamp maar liefst 400 nieuwe woningen gebouwd. En zijn er eind 2023 in Hogekwartier maar liefst 820 nieuwe woningen gerealiseerd. Deze nieuwe stadswijk biedt ruimte aan 500 huurwoningen (waarvan 309 sociale huurwoningen) en 320 koopwoningen.” Door dit beleid worden armere bewoners langzamerhand de wijk uitgejaagd.

De afgelopen jaren zijn woningcorporaties met wetgeving nogal benadeeld door onder andere de verhuurdersheffing. Om die te betalen moesten woningcorporaties woningen verkopen, zoals in Arnhem. Dit werd nergens benoemd in hun reactie en toen we hier specifiek naar vroegen, volstond voor hen de volgende reactie: “Zeker heeft de verhuurdersheffing ook een rol gespeeld in het beslissen om woningen te verkopen.”

De gemeente Amersfoort ging niet specifiek in op onze vraag of er bewust beleid is gevoerd om het aandeel sociale huur in de wijk te verminderen. “De verkoop van (Koopgarant)woningen aan zittende huurders zorgt er juist voor dat deze mensen langer in de wijk blijven wonen. Zij kunnen zich dan toch een koopwoning in hun eigen wijk permitteren, terwijl ze eigenlijk afhankelijk zijn van sociale huur.”  Maar  het feit blijft dat er hierdoor wel meer koopwoningen in de wijk komen, waarmee de samenstelling van bewoners op lange termijn toch verandert. Ze haalden koopgarantwoningen in hun antwoord aan, met het idee dat wanneer de bewoners vertrekken, de woningen weer teruggekocht worden en daarmee weer sociale huurwoningen worden. Dit is echter niet waar. Bij navraag bij De Alliantie blijkt dat vrijwel alle koopgarantwoningen bij terugkoop direct weer doorverkocht worden op de huizenmarkt.

Maar het leven gaat verder, ook aan het Anjerplein . Mariëlle constateert dat de yuppen niet compleet achter de voordeuren leven. “De nieuwe mensen passen zich aan. We leven hier met het motto: ‘Doe maar gewoon normaal’. We begroeten elkaar op straat en maken een klein praatje. Zo passen ze zich aan, maar zoals vroeger zal het niet meer worden.”