Van bruisend naar stil: hoe digitalisering de volkswijk verandert

Kale straten, dichtgetimmerde ramen en een grijze lucht: de sfeer aan de Ververstraat in de Enschedese wijk Pathmos is grauw. Waar de wijk vroeger bruiste van het leven, met spelende kinderen, buren die een praatje maakten en het geluid van rinkelende winkeldeuren, heerst nu een oorverdovende stilte. In een knus huisje zitten Rein en Sini Warris. In hun ogen is de wijk veranderd en zal het nooit meer hetzelfde worden.

“We leefden vroeger allemaal op straat. Ik was vrij van school, ging naar huis en nam gauw een boterham op de vuist. ‘Tot vanavond!’, zei ik dan.” Rein praat vol lof over zijn jongere jaren in Pathmos, terwijl het filterkoffiezetapparaat pruttelt op de achtergrond. “Mijn mooiste herinnering hier is mijn jeugd. Het was zo gemoedelijk.” Maar daar is weinig van over. “Het zou zo mooi zijn als de samenhang weer zo sterk als vroeger zou worden.”

Inmiddels wonen Rein en Sini al meer dan 70 jaar in de wijk. Pathmos is een monumentale volkswijk, met rijtjeshuizen en bijzondere metselwerken. Volgens veel bewoners een wijk waar ze, vooral vroeger, trots op waren. “Wonen op Pathmos, het trok mij gewoon”, vertelt Sini. Het was een gezellige wijk. “Er was veel verbinding en iedereen kende elkaar.” Maar sinds een aantal jaar is de sfeer in de wijk aan het veranderen. Het volkse gevoel is afgenomen. Een praatje maken is er niet meer bij. “Ik ken mijn eigen buurman nu nauwelijks”, vertelt Rein. Dat raakt hem.

Het dagelijks leven in de volkswijk wordt beïnvloed door de digitalisering. Informatie wordt omgezet in een digitale vorm. “Tegenwoordig zitten ze allemaal achter die schermpjes”, vertelt Rein. “Op Snapchat, of hoe dat ook heet. Ik zie niemand meer buiten.”

Volgens een onderzoek van Tilburg University kan digitalisering de samenhang in de wijk ondermijnen door het verlies van face-to-face interacties. Traditionele ontmoetingsplekken, zoals buurthuizen of parken, kunnen minder worden gebruikt doordat bewoners online met elkaar praten, wat het gevoel van verbondenheid en gemeenschap kan verminderen. Rein en Sini merken dat in Pathmos en vinden het jammer. Volgens hen stond het zogenaamde ‘Eendenparkje’ in de wijk vroeger bekend als een gezellige ontmoetingsplek. Er werd gewandeld, gespeeld en geschaatst. Tegenwoordig zijn er weinig mensen te bekennen in het park en wordt het puur en alleen gebruikt als een uitlaatplek voor de hond.

Digitale platformen zoals buurtapps zouden de online communicatie tussen bewoners dan wel weer kunnen verbeteren. De apps worden vaak gebruikt voor betrokkenheid en preventie. Buren kunnen elkaar hierin attenderen op verdachte en alarmerende situaties in de buurt. Echter zien Rein en Sini hier het nut niet zo van in. “Er gebeurt hier haast niets”, aldus Sini. Pathmos schijnt weinig criminaliteit te kennen. Het stel neemt zelf dan ook geen deel aan de Whatsapp- of Facebookgroep van de wijk. Sterker nog, Sini heeft niet eens een mobiele telefoon. “Ik red me prima met de huistelefoon.”

“Acht jaar geleden ging ik naar een computerclubje hier in de wijk. Ik had er totaal geen verstand van. Ik ben niet zo thuis in dat digitale gedoe.” Rein vond een tijdje terug dat hij kennis moest hebben van de digitale wereld, dus ging hij een beetje bijspijkeren. Tijdens de lessen dook hij de wereld van de technologie in en werd hem geleerd hoe hij om moest gaan met de computer. Of hij er iets van heeft opgestoken is nog maar de vraag. “Als je hem er nu iets over vraagt weet hij er niets meer van”, meldt Sini. “Hij deed het vooral voor de gezelligheid.”

Rein en Sini komen zelf al hun hele leven veel buiten de deur. Doordeweeks is Rein met de kerels en Sini met de dames. Ze gaan het terras op, sporten en fietsen een rondje door de stad. Volgens Sini is er in Pathmos zelf ook genoeg te doen. In wijkcentrum de Boei wordt van alles georganiseerd. Je kunt er koffiedrinken, knutselen en zelfs boksen. Digitale apparaten heb je er niet nodig. Maar er komen voornamelijk ouderen op af. “De kinderen kunnen zich tegenwoordig minder goed vermaken. Ze hebben altijd die telefoon of iPad nodig”, zegt Sini op een geprikkelde toon.

Rein en Sini zouden de wijk graag weer iets levendiger zien worden, maar hoe? Dat weten ze niet zo goed. “Er zouden misschien meer speelmogelijkheden kunnen worden gecreëerd, maar dat trekt natuurlijk alleen jonge kinderen aan”, aldus Rein. Vroeger was het volgens hem niet nodig om na te denken over de samenhang tussen de bewoners. Ze verzamelden zich uit zichzelf. Ze spraken bijvoorbeeld af bij de Cafetaria of gingen samen sleutelen aan de brommers.

Volgens Rein en Sini zal het gebruik van digitale apparaten alleen nog maar toenemen. De sfeer zal er niet veel beter op worden, maar verhuizen naar een andere wijk willen ze voorlopig nog niet. Wellicht als ze geen trap meer kunnen lopen en ze genoodzaakt zijn naar een gelijkvloerse woning te gaan verlaten ze hun thuiswijk. Ze zijn nog steeds gek op Pathmos, maar hun hart klopt minder hard voor de wijk als vroeger.