Van bloeien naar sluiten

Bron: Suus Riemersma

‘Ding dong’, klinkt het. De bel gaat en Froukje snelt naar de deur van haar geliefde winkel. Ze haalt haar hand nog snel door haar korte kapsel en begroet de vrouw die enigszins moeizaam over het drempeltje is gestapt. “Hallo daar ben ik weer!”, klinkt het enthousiast. De wat oudere vrouw komt Froukje duidelijk niet onbekend voor. Met een glimlach op haar gezicht keert ze na enkele minuten weer terug. “Dit was een vrouwtje wie een paar maanden geleden haar man is verloren, daarom vindt ze het heel gezellig om hier even een praatje te maken. Haar kinderen wonen hier ook niet”, vertelt de Friezin. Het gaat Froukje duidelijk niet alleen om het verkopen van bloemen. “Er zijn veel mensen die niet alleen voor een bloemetje langskomen, maar ook voor het sociale aspect”, zegt ze trots. Ze maakt tevreden een kopje thee en schuift weer aan. Er gaat gelijk een vraag door mijn hoofd: Kan Stavoren zo’n bindende plek wel missen?

Normaal stond de winkel aan de bruisende gracht in Stavoren bomvol met kleurrijke bloemen en planten, maar sinds een paar dagen wordt diezelfde winkel leger en leger. Vanuit de kou buiten, kom je desondanks bij ‘De Lotus’ terecht in een warm bad. Na wel geteld twintig jaar moest de geliefde bloemenwinkel van Froukje Wesselius (53) en haar man zijn deuren sluiten. Een keuze waar een paar jaar overheen ging volgens Wesselius. “Met heel veel plezier heb ik het gedaan. Ik houd er ook niet mee op omdat ik het niet meer leuk vind”, ze neemt nog maar een slok van haar thee. Ze begint te vertellen over de nieuwe supermarkt, waar veel inwoners blij mee zijn. Toch brengt de Plus niet alleen maar positieve punten met zich mee. “We hebben natuurlijk een supermooie supermarkt gekregen, maar die heeft ook een hele hoek bloemen gekregen. Ik wist van tevoren dat dat zou gebeuren, dus daar werd het ook niet beter op. Daar is een eigenaar van een bloemenwinkel natuurlijk niet blij mee, want het is een hele grote concurrent geworden.” Toch is het niet per se de concurrentie die Froukje de deuren doet sluiten. “Je bent er 6 à 7 dagen mee bezig, omdat het vers is. Ik moet bijvoorbeeld straks alweer bestellen voor morgen, dus dan zit ik straks alweer achter de computer tussen de bel door. Mijn man heeft er ook geen plezier meer in na zoveel jaar. Het is gewoon alles bij elkaar.”

Het contrast tussen de zomer en de winter in Stavoren is erg groot. Loop je er in de zomer, dan kan je niet om de toeristen heen. In de winter daarentegen, kom je bijna niemand tegen op straat. De Lotus was dan ook de enige winkel die het hele jaar door open was. “In de hete zomer, hebben wij juist geen drukte, want dan is iedereen op vakantie.” Voor de tweede keer klinkt de bel en na een tijdje wandelt Froukje weer de woonkamer binnen. “Ik had tegen haar gezegd dat jij hier zat, dus die is weer vertrokken. Wij zijn natuurlijk ook wel een beetje, dat klinkt een beetje stom, maar een sociale werkplaats he? We hebben ook heel veel mensen die woensdags wat uitzoeken en dan komen ze even praten, dan zeggen ze: “Donderdag of vrijdag haal ik het even op.” Dan heb je twee keer even een interactie. Vooral in de winter gebeurt dat, met dat slechte weer. In de zomer is alles veel gezelliger”, aldus Wesselius. “Je bent ook een luisterend oor, dus dat is wel heel erg mooi. Dat ga ik straks heel erg missen”, het raakt haar duidelijk.  De bloemen die nog geen nieuw plekje hebben gevonden, worden dan ook door Froukje zelf naar hun nieuwe thuis gebracht. “De bloemen die wij dan over hebben, daarmee doe ik weleens een rondje door Stavoren. Dan weet je bijvoorbeeld dat iemand niet lekker in haar vel zit, of dat er veel verdriet achter de deur zit en dan breng je daar een bosje bloemen. Het stelt niks voor na een week zijn ze dood. Zoiets kleins kan wel heel veel doen, dat is wel heel erg fijn.”

Bron: Suus Riemersma

Ondanks dat Froukje tevreden terugkijkt naar 22 mooie jaren, zijn er best wat hobbels in de weg geweest. “Wat ik wel heel erg moeilijk vond, gelijk al, is dat je als ondernemer niet alles kan zeggen dat je denkt. Ik praat graag en ik zeg altijd alles graag, maar je krijgt wel een stempel. Je moet eigenlijk geen mening hebben. In die kleine plekjes is dat zo. Dat is wel een dingetje, maar goed, daar leer je van”, aldus de bloemiste. De Friezin doelt hierbij op discussies als het wel of niet vaccineren in de Coronatijd. Ze merkte dat wanneer ze haar hierover uitsprak, sommigen een nieuw adres gingen zoeken voor hun bloemen. Zelf vergeleek ze het met de verzuiling van vroeger: “Heel vroeger hadden wij hier wel vier bakkers en de mensen van de gereformeerde kerk gingen naar die bakker, van de hervormde kerk naar de andere, et cetera. Zo was dat gewoon”.

“Wij hebben ook heel goed nagedacht over, wat kunnen wij hier anders doen dan bloemen? Bijvoorbeeld bonbons of een oude snoepwinkel, maar dan moet je ’s zomers, 6/7 dagen open en ’s winters niks.” Een andere invulling dan bloemen zat er dus volgens Froukje niet in. Toch gaat ze zelf een andere kant op. “Ik ga in een bakker werken in Oudemirdum. Dat doe ik eerst tot september/oktober en dan ga ik dan wel zien wat het dan wordt. Ik kan ook nog denken ‘ik wil weer leren’, want ik heb de huishoudschool, meer heb ik niet.” Voordat dat zo ver is, wordt eerst de winkel leeggehaald. “12 april is de laatste dag. We zijn gister begonnen met de uitverkoop, dat liep gigantisch.” Hoe de winkel na de sluiting gevuld gaat worden, heeft Froukje ook al in haar hoofd. “De voorkant wil ik eigenlijk helemaal leeg hebben en dan met biertafels erin en dan wil ik workshops geven. Gewoon workshops, bloemenworkshops, maar ook bijvoorbeeld een workshop met een heel klein taartje maken en dan een wijnproeverijtje erbij. Niet van die dure wijn, want we spugen het ook niet uit, dat is zonde natuurlijk, haha!” Vervelen gaat de Friezin zich dus niet nu de winkel dicht gaat. Met een trots gevoel vertelt ze dan ook dat haar doel behaald is. “We hebben vanuit niks een hele leuke winkel gemaakt. Ik weet ook wel wat mooi is, maar je moet het ook verkopen. Ik heb van alles geprobeerd, maar soms wil dat gewoon niet. Wij zijn natuurlijk wel een uithoek, dus wij zijn altijd wel gewoon gebleven.”