Personeelstekort in de zorg, ook in Stadsdennen nog steeds erg hoog

HARDERWIJK – Het personeelstekort in de zorg is nog steeds flink aanwezig. De werkdruk is daardoor hoog en cliënten merken dat ze minder hulp krijgen dan dat ze toegezegd hebben gekregen van de gemeente.

Het aantal open vacatures in Nederland was na het derde kwartaal van dit jaar 396.500. Er is al twee jaar een daling gaande in openstaande vacatures, maar de personeelstekorten in de zorg blijven erg hoog. Momenteel zijn er nog zo’n 66.000 openstaande vacatures. Dat merkt ook Akke van Nieuwenhuijzen, Teamcoördinator hulp bij huishouden bij Curadomi thuiszorg.

Indicatie
Om hulp te krijgen bij het huishouden van Curadomi thuiszorg moeten mensen een indicatie Wet maatschappelijke ondersteuning krijgen. Dit betekent dat iemand niet meer zelfredzaam is, in dit geval, in het huishouden. Na de aanvraag van deze indicatie bij de gemeente wordt er gekeken hoeveel hulp iemand nodig heeft. Zo kan het zijn dat een cliënt twee keer per week twee uur geïndiceerd krijgt. Er wordt geprobeerd deze indicatie zo laag mogelijk te houden. “Het is zelfs minutenwerk. Het kan zijn dat iemand 1 uur en 5 minuten hulp geïndiceerd krijgt van de gemeente”, vertelt Van Nieuwenhuijzen. Door het tekort in de zorg kan het zijn dat cliënten in plaats van twee keer per week maar één keer per week hulp krijgen bij het huishouden. “Cliënten hebben er recht op. Wij horen dat te leveren, maar dat lukt niet altijd.” Een gevolg hiervan is achterstallig onderhoud en een hoge werkdruk. “We horen bijvoorbeeld twee keer per week stof te zuigen, maar soms moeten er keuzes gemaakt worden en is de badkamer die keer belangrijker.”

Altijd dezelfde hulp
Iemand die hulp bij het huishouden krijgt is Lien Bos. Zij en haar man wonen in Stadsdennen en krijgen deze hulp twee keer, twee uur per week. “Ja daar red ik het wel mee”, vertelt ze. Bos en haar man krijgen het niet meer voor elkaar zelf schoon te maken in het huis. “De was doe ik nog wel zelf, maar stofzuigen, dweilen, strijken, het bed opmaken, dat doet onze hulp altijd.” Meestal is dat dezelfde hulp. De laatste tijd was het een andere medewerker, omdat hun vaste hulp met zwangerschapsverlof was. “De nieuwe hulp was net begonnen, maar doet het goed. Die mag vaker terugkomen.” Bos vertelt dat ze al een lange tijd dezelfde hulp hebben, daardoor is er een band met haar opgebouwd. “Daarnaast is het ook gewoon handig. Als ik elke keer moet zeggen waar iets ligt dan kost dat ook zoveel tijd.” Een klik tussen medewerker en cliënt is waar Van Nieuwenhuijzen naar streeft. “Je komt wel in iemands privéleven, een cliënt moet dan niet denken: pfff, ik heb echt geen zin in die medewerker.” Daarnaast horen mensen zich gewoon thuis te voelen in hun eigen huis. “Na het schoonmaken hebben cliënten dat gevoel van weer lekker thuis zijn in je eigen, schone huis.” Dat merkt Bos ook. “Nadat de hulp is geweest is het wel weer lekker thuiskomen.”

In die paar uur dat medewerkers helpen bij het huishouden is er een hoop te kletsen. “Je mag als zij er zijn officieel niet weg van huis, dus dan kletsen we wat af. Dat is gezellig”, vertelt Bos. In die tijd leren medewerkers de cliënten goed kennen. “Sommige kinderen zeggen zelfs dat wij meer weten over het dagelijks leven van hun ouders dan zijzelf”, vertelt Van Nieuwenhuijzen.

Roosters
In vakantieperiodes of bij ziekte is het volgens Van Nieuwenhuijzen lastig om het rooster rond te krijgen. “Ik probeer wel altijd dezelfde medewerker voor die paar weken te laten komen, in plaats van cliënten hun vaste hulp, die er dan niet is.” Dat lukt alleen niet altijd. Door de personeelstekorten kan het zijn dat cliënten minder hulp per week krijgen of hulp door veel verschillende medewerkers. Ook Bos heeft dit gemerkt de laatste tijd. “Met tijd en wijlen is de hulp een keer minder, of hebben we het een week niet.” Maar daar heeft ze begrip voor. “Ik ben blij met alle hulp die beschikbaar is. We nemen wat er is, het kan niet anders.”

Cliënten merken de hoge werkdruk bij medewerkers, maar niet op het moment dat medewerkers aan het schoonmaken zijn. Ze merken het door het af en toe niet komen van de hulp. Ondanks de hoge werkdruk en de personeelstekorten proberen medewerkers zelf er het beste van te maken volgens Van Nieuwenhuijzen. “Het is dankbaar werk.”