Nog weinig bewoners weten wijkspreekuur te vinden: ‘We zijn hier elke week en het loopt niet storm’

LELYSTAD – Vragen over hoe de nieuwe containers in de wijk werken? Zorgen over overlast van jongeren? Of zit je met iets anders? Dan kun je als inwoner van de Zuiderzeewijk elke donderdagmiddag terecht op het wijkspreekuur. Maar de opkomst is al jaren niet erg hoog. Hoe komt dat? 

Door Luuk ten Kleij en Zuzanna Sikora

Elke keer als er iemand door de schuifdeuren van het Wijkcentrum Zuiderzee komt, draaien de hoofden van de aanwezige adviseurs om. Maar tevergeefs: de opkomst bij het wekelijkse spreekuur blijkt, net als bijna iedere andere week, een tegenvaller. “Ik denk dat het vooral ligt aan de tijden waarop het spreekuur wordt gehouden,” zegt Ronnie Lans, sociaal buurtwerker in de stad.

Het spreekuur is iedere donderdag van 13.00 tot 14.00 uur. Buurtbewoners uit de Zuiderzeewijk kunnen dan in gesprek gaan met een ruim aanbod aan adviseurs, waaronder vertegenwoordigers van Centrada, de buurtconciërge, sociale zorg, jongerenwerkers, een wijkagent, boa’s en economische adviseurs. Lans: “Iedereen is van harte welkom. Bij veel instanties wordt er over bewoners gesproken, maar niet vaak mét de bewoners zelf. Zo’n spreekuur is nou  juist een mooie oplossing voor bewoners die graag hun verhaal willen doen.”

Toch blijft de opkomst minimaal. Volgens Lans komt dit vooral door de ongunstige tijden: “De meeste bewoners van de Zuiderzeewijk werken en kunnen niet zomaar tijdens hun pauze naar het spreekuur komen.” Lans heeft eerder voorgesteld om een ander tijdstip te kiezen, maar hij erkent dat dit waarschijnlijk niet haalbaar is. “Ik heb weleens geopperd om het spreekuur ’s avonds te houden. Maar ja, de adviseurs zijn ook gewoon vrijwilligers die er tijd voor vrijmaken. En niet iedereen heeft de luxe om ’s avonds beschikbaar te zijn.”

Buurtcomité en corona

Wijkagent John Verhagen, die zelf ook regelmatig aanwezig is tijdens het spreekuur, bevestigt dat het lastig is om bewoners naar het spreekuur te trekken. “We zijn hier elke week en het loopt niet storm.” De politie is bereikbaar via Instagram, een chatbot, telefoon – je kunt bijna geen kanaal meer bedenken, of ze zijn erop aanwezig. Toch lijkt er bij sommige bewoners weinig bekendheid te zijn over dit soort contactmomenten.

Volgens Verhagen speelt de coronapandemie daarbij ook een rol. In die periode was het buurtcentrum een tijd dicht. “Sinds corona voorbij is, is het niet meer op gang komen.” Hij wijst daarbij ook naar het buurtcomité. “Dat waren ook wel de mensen die hier kwamen klagen. Die mensen voelen zich nu gehoord door de gemeente, hoeven niet meer hierheen.”

Lans maakt zelf onderdeel uit van dat buurtcomité, maar zou toch graag meer animo willen zien. “Ik heb onlangs zelf een stukje voor de krant geschreven over het spreekuur en er liggen genoeg flyers in het buurthuis. Toch heb ik het idee dat de meeste bewoners helemaal niet weten dat dit er überhaupt is.”

En als mensen er wel komen, heeft het volgens wijkagent Verhagen soms ook weinig zin. “Kijk, als ze hier op donderdag op het spreekuur komen van vorige week hadden we overlast, daar kan ik niet zoveel mee. Wat we niet weten, is niet gebeurd, zeg maar gechargeerd.” 

Toch zou ook hij graag zien dat de opkomst in de toekomst hoger wordt, ook zodat hij als wijkagent nog beter zicht krijgt op de Zuiderzeewijk. Sociaal werker Lans benadrukt vooral de laagdrempeligheid van het donderdagse samenzijn. “Een spreekuur is een goede plek om je buren te ontmoeten, een vraag te stellen aan een van de adviseurs of gewoon een leuk babbeltje aan te gaan.”