Leegstaande winkelpanden in Pathmos; “dat is doodzonde, maar onvermijdelijk”

Even snel naar de winkel voor een beetje suiker of een doosje eieren, dat zit er in de Enschedese wijk Pathmos niet in. De winkelfunctie van de 22 karakteristieke winkelwoningen waar Pathmos over bezit is namelijk verdwenen. “Dat is doodzonde, maar onvermijdelijk,” aldus oud slager Henk ter Weele. Het gemis van een kleine buurtsupermarkt of een klein winkeltje in de wijk is er nog steeds. Maar waarom sloten de winkels zoals ter Weele’s slagerij nou hun deuren?

Pathmos werd in de 20e eeuw opgebouwd tijdens de bloeiende textielindustrie. Om rekening te houden met de behoeften van de wijkbewoners werd de wijk van enkele voorzieningen voorzien. In totaal kreeg Pathmos 22 winkelwoningen die op belangrijke plekken in de wijk werden gebouwd. Nog steeds kun je de winkelpanden door zijn karakteristieke eigenschappen meteen onderscheiden van de normale woningen. De meeste van deze winkelwoningen verloren in de jaren tachtig en negentig echter hun functie als winkel. Zo ook het winkelpand van oud slager Henk ter Weele. Hij sloot zijn deuren in 2005.

De opkomst van supermarkten

In 1974 nam Henk ter Weele de slagerij over van zijn vader. Deze overname was tegelijkertijd met de opkomst van de grote supermarkten. De opkomst van de supermarkt bracht volgens Ter Weele dan ook veel problemen met zich mee: “Mensen gingen hun boodschappen gewoon op een andere manier doen. Dus toen werd het voor die kleine ambachtelijke winkels al heel anders. Het was een moeilijke tijd voor hen.” In zijn tijd begonnen mensen hun boodschappen steeds minder te doen. Wijkbewoners haalden nog maar één keer per week de grote boodschappen. De kleine boodschappen, bij de ambachtelijke winkels, gebeurden steeds minder. “Je kreeg een heel ander kooppatroon van de mensen,” geeft ter Weele aan.

De opkomst van de supermarkt was voor de kleine winkels als de slagerij dan ook enorm moeilijk. “Dat had heel veel consequenties. Een groot deel van de mensen voelde zich daar geweldig tot aangetrokken. En dat kost je een hoop omzet.” Toch ondervond Ter Weele meer problemen die uiteindelijk leidde tot zijn sluiting.

De tweede renovatie

Rond 2002 werd de slagerij enorm getroffen door de tweede renovatie van Pathmos. Ter Weele kwam enorm rond van vaste klanten die dagelijks zijn slagerij binnenliepen. Deze klanten kwamen niet alleen uit de wijk zelf, maar vooral van buiten Pathmos. Door de renovaties was het voor deze klanten, die vaak met de auto kwamen, dan ook onmogelijk om bij de slagerij hun vlees te halen. Ter Weele verloor hierdoor enorm veel vaste klanten. “Dat vond ik verschrikkelijk, dat was niet jammer, dat was een drama.”

Toen Ter Weele in 2005 zijn enkel brak moest de slagerij ook nog eens drie maanden dicht. Na zijn herstel is de winkel echter nooit meer geopend. Toen Ter Weele eindelijk weer aan de slag kon waren de renovaties net klaar, maar werd de riolering vervangen. De gehele bestrating van Pathmos lag eruit, zo ook voor zijn winkel. “Toen moesten de mensen werkelijk over de zandheuvels klimmen om bij mij te komen. Dat is niet erg bevorderlijk voor een slager. En toen dacht ik bij mezelf: nou ik doe de knip niet meer van de deur.”

Een groot gemis

De slagerij was een van de laatste winkels die in Pathmos zijn deuren sloot. Even snel een kleine boodschap doen in de wijk is tegenwoordig dan ook een groot gemis onder de bewoners. “Je bent iets vergeten. Dan moet je weer helemaal naar Stadsveld of je moet naar de Aldi. Er is hier niet één winkel waar je even snel iets kunt halen,” geeft de 75-jarige Alie Broeksma aan. Vooral onder de oudere gemeenschap ontbreekt het hebben van een kleine buurtsupermarkt. Deze bewoners zijn soms iets minder mobiel, waardoor het doen van boodschappen buiten de wijk al een stuk lastiger is. “De jongeren die springen op de fiets, maar ik heb geen fiets meer. Ik heb een scootmobiel,” aldus Broeksma.

De verdwijning van toonbankgesprekken

Het gemis van een kleine buurtwinkel zorgt daarnaast ook soms voor minder sociale contacten, waar vooral wat oudere wijkbewoners belang bij hebben. “In de wijk is het natuurlijk meer ons kent ons en dan heb je meer contact in zo’n kleiner winkeltje,” aldus Ter Weele. Het contact in de kleine winkeltjes bestaat volgens hem uit de toonbankgesprekken en de gesprekken die de klanten tijdens het wachten onderling maken. Met de opkomst van de grotere supermarkten werd dit winkelcontact dan ook steeds minder. “Toen had je iets minder dat hele sociale gedoe. Het gesprekje over de toonbank dat verdween natuurlijk een beetje,” geeft Ter Weele aan.

Ondanks de verandering van de sociale samenhang door de verdwijning van de kleine winkeltjes is er op verschillende manieren nog steeds sociale samenhang in de wijk te vinden. Volgens Ter Weele zit de samenhang namelijk niet alleen in de kleine winkeltjes; “de sociale samenhang in zo’n winkel is natuurlijk maar een klein momentje op de dag.” Het gemis van de buurtwinkels brengt daarnaast ook een andere vorm van sociale samenhang met zich mee. Wanneer de bewoners wat vergeten zijn kloppen ze voor het gemak weleens bij de buren aan. “Als je de suiker bent vergeten kun je weleens bij de buurman een kopje suiker lenen. Maar ja dat doe je ook niet elke dag,” geeft Broeksma aan.