“Ik ben een mens, dus ik verdien ook respect”
De zeventienjarige Daya is een transgender. Dit wist ze al op een jonge leeftijd. Hoe ziet je leven eruit als je je niet jezelf voelt? Wat vertel je aan je omgeving en hoe gaat dit traject? Kun je een normaal liefdesleven hebben?
“Ja, ik ben een transgender. Ja, ik heb veel verschillende identiteiten die elkaar kruizen. Ja, misschien ben ik dan voor iemand anders raar. Maar ik ben nog steeds een mens, ik verdien ook respect.” Dit zijn de woorden van Daya. Aan onbekende mensen vertelt ze dat ze een vrouw is, omdat ze het niet nodig vindt om haar verhaal aan iedereen te vertellen. Ondanks dat ze zichzelf niet hoeft te labelen als transgender, vindt ze het absoluut niet vervelend om zichzelf zo te noemen: “ik ben er trots op.”
Daya vertelt hoe haar proces is gegaan. Ze was erg jong toen ze erachter kwam dat er ‘iets niet klopte’. “Al op jonge leeftijd zag ik mezelf als meisje. Ik was zes jaar oud toen ik de opdracht kreeg om mezelf te tekenen. In plaats van een jongetje tekende ik een meisje. Ook trok ik jurkjes aan in de verkleedhoek zodra ik de kans kreeg. Toen ik in de eerste klas van de middelbare school zat, zag ik een YouTube video waarin ik voor het eerst het woord ‘transgender’ ontdekte. Na wat onderzoek kwam ik erachter dat dat mijn situatie perfect beschreef, dus gebruikte ik vanaf toen dit label om mezelf te identificeren.”
Nadat Daya erachter was gekomen wie ze echt was, kwam de volgende stap: de omgeving inlichten. Ondanks dat Daya zelf in Nederland is geboren, komen haar ouders uit Curaçao. Ze vertelt dat de cultuur van Curaçao niet erg openstaat voor LHBTI+’ers. “Mijn ouders vonden het eerst lastig om te horen. Niet omdat ze er niet oké mee waren, maar omdat ze het niet zo goed begrepen. Het had natuurlijk cultureel gezien best lastig kunnen zijn, maar mijn ouders zijn gelukkig heel open minded.”
Daya kan zich het moment van het eerste gesprek nog goed herinneren. “Ik kwam thuis van training en ik dacht: “Dit is het moment, ik ga het zeggen. Het moet gewoon gebeuren.” In de badkamer moest ik mezelf eerst bij elkaar rapen, maar of dit nou zoveel zin had… De tranen bleven maar stromen, ik kan me niet herinneren dat ik ooit zo hard gehuild heb. In het felle licht van de badkamer zag ik mijn spiegelbeeld en ik proefde het zout van de tranen op mijn lippen. Het is zo’n gevoelig moment, want je stelt jezelf enorm kwetsbaar op.”
“Ik denk dat ik een meisje ben.” Dat waren de woorden die Daya uitsprak naar haar moeder. Zij had al in de gaten dat Daya zich de laatste tijd niet zo goed voelde. “Mama knuffelde me en streek de tranen van mijn gezicht. Ze zei: “ach lieverd, dit zijn vast de hormonen…” Daya glimlacht bij deze gedachte. “Mijn ouders wisten niet zo goed wat ze ermee moesten, wat ook wel logisch is. Zij hebben mij natuurlijk altijd gezien als jongen en moesten dus ineens hun denkwijze veranderen, want ik ben geen jongen.”
Toch heeft Daya meerdere gesprekken met haar ouders moeten voeren om door te dringen. Uiteindelijk kregen haar ouders door dat ze echt serieus was. “Na de vierde keer het gesprek gevoerd te hebben, ondernamen mijn ouders actie. Niet omdat ze me niet wilden steunen bij de eerste drie gesprekken, maar het LHBTI+ concept was gewoon nog heel onbekend voor hen. Zij hebben toen zelf veel informatie opgezocht, omdat ze oprecht geïnteresseerd waren. Ik was zo ontzettend opgelucht.” Daya vertelt dat ze tussen haar ouders op de bank zat, veilig en vertrouwd. “Met zijn drieën hebben we naar een webinar gekeken van het VU medisch centrum waarin veel specialisten aan het woord kwamen. Toen deze was afgelopen hebben we nog heel lang geknuffeld, ze stonden volledig achter me. Vanaf toen had ik een goed vangnet.” Uiteindelijk heeft Daya het haar vrienden, school en familie ook verteld. “Bijna iedereen was gelukkig heel positief. De uitzondering was een goede vriend van mij, hij wist niet hoe hij hiermee om moest gaan. Inmiddels is dat dus ook geen vriend meer.”
“24 november heb ik eindelijk een gesprek met een hormonenarts, ik kan echt niet wachten. Hormonen krijgen is voor mij namelijk een heel groot deel van het proces. In de zomer van dit jaar zat ik heel diep in de put. Deze periode heb ik nu afgesloten, daar wil ik ook niet meer over praten. Het had ermee te maken dat ik me nog niet vrouwelijk genoeg voelde, omdat ik nog geen hormonen heb gekregen. Ik kwam heel lang niet in aanmerking hiervoor, het VU medisch centrum heeft namelijk een hele lange wachttijd. Ik ben in 2018 ingeschreven, waarna ik twee jaar moest wachten. In 2020 had ik mijn intake en daarna moest ik nog een halfjaar wachten op mijn eerste afspraak. Als het goed is kan ik de 24e ook direct beginnen met hormonen. Daarna is het natuurlijk wachten op de operatie. Niet elke transvrouw of -man heeft hier behoefte aan, maar voor mij persoonlijk is de operatie iets waar ik heel erg naar uitkijk. Als je 18 bent geweest, kom je in aanmerking voor de operatie. In mijn geval zou het dus kunnen vanaf juni volgend jaar!”
Daya heeft gelukkig nog nooit te maken gehad met fysiek geweld en krijgt over het algemeen ook positieve reacties. “Ik mag best van geluk spreken, het gaat allemaal namelijk best goed. Wel maak ik onbegrip mee, of word ik uitgelachen.” Daya omschrijft dat dit vooral gebeurt als ze in de stad over straat loopt. “Dit doet me niet zo heel veel meer, dat heb ik ‘uitgezet’. Ik denk dat mensen zo’n reactie geven, omdat onze samenleving een bepaald beeld heeft van hoe een vrouw eruit hoort te zien. Omdat ik niet helemaal binnen deze richtlijnen val, ben ik makkelijk te bespotten. Ik heb nog geen hormonen gehad, dus ik heb gewoon nog wat mannelijke kenmerken. Gelukkig krijg ik negen van de tien keer wél een positieve reactie.”
Daya lacht even als ze begint over haar liefdesleven. “Daten ligt iets complexer. Ik ben natuurlijk transgender, maar ik val gewoon op jongens. In die zin ben ik dus hetero. Helaas begrijpt niet iedereen dit. Toch merk ik de laatste tijd wel, hoe verder ik in mijn proces kom, hoe meer ik een ‘normaal’ liefdesleven kan hebben: een relatie met een man. De druk is er dan een beetje af, helemaal als ik straks die operatie heb gehad. Toch voel ik persoonlijk wel altijd de behoefte om het te vertellen, helemaal als je iemand beter leert kennen. Dit is namelijk wie ik ben. Je hoeft mij niet te accepteren als je dat niet wilt, maar je moet me wel respecteren.”