Iedereen gulzig opzoek naar een boekje
Wanneer ik het plein op kom lopen is het opvallend rustig. Als je goed luistert hoor je de kwetterende vogels in de groen gekleurde kastanjebomen. Het ruikt er naar een beginnende lente. Midden op het pleintje staat een grijs stenen gebouw waarvan de deuren zijn gesloten en de lichten gedoofd. De gevel draag grote oranje letters die samen het woord ‘BIBLIOTHEEK’ vormen. Ik probeer de klink van de massieve rode deur, maar die is blijkbaar nog op slot. Ik wacht op juf Hilde en haar klas. Vandaag mogen de kinderen voor het eerst weer naar de bibliotheek.
Vanaf november zijn bibliotheken dicht voor bezoekers. Ook voor de kinderen in groep 3 van de basisschool ’t Kompas. Juist in groep drie, wanneer kinderen leren lezen kan een bibliotheek erg waardevol zijn. Ik weet nog goed dat ik voor het eerst boeken mocht uitzoeken in de bibliotheek. Tevreden kwam ik terug met mijn rugzak vol boekjes over dappere ridders die prinsessen uit kastelen redden. Er ging een wereld voor mij open. Op school hebben deze kinderen een kleine boekenkast met een schaars aanbod aan boeken. Hierbinnen staan er misschien wel duizend.
Uitzondering voor groep 3
Binnen een minuut of tien wordt de stiltevervangen door een rumoerig geluid. Stemmen klinken door elkaar en soms komt er een ondeugend schaterlachje bovenuit. Een stuk of vijftien kinderen in felgekleurde jasjes lopen in een keurige rij. De rij verplaatst zich langzaam naar de ingang van het stenen gebouw. Helemaal achteraan staat een klein meisje met staartjes gebonden in roze elastieken. Ze kijkt me zenuwachtig aan. Juf Hilde probeert druk gebarend de groep bij elkaar te houden. ‘Vandaag is een uitzonderlijke dag. De bibliotheek is eigenlijk nog dicht. Maar wij mogen vandaag van de bibliotheekjuffrouw toch naar binnen.’
De zware rode deur zwaait met een piepend geluid open. In de opening staat een kleine vrouw met pretoogjes en haar lange haren in een rommelige knot. ‘Kom verder. Ik ben Mirjam Zantingh’. Met een hoop kabaal verdwijnen alle gekleurde jasjes het gebouw in. Het meisje met de roze elastiekjes loopt aarzelend achter de rij aan. Ik volg de chaotische meute en de deur valt met een doffe klap dicht.
Tijd voor het kiezen
In de bibliotheek is het warm en ruikt het naar papier en boeken. Achter in het gebouw staan ongeveer vijftienfelgekleurde kleine stoeltjes in een kring. Midden in de kring ligt een enorme stapel boeken. De vrouw met de rommelige knot, zit in een grote stoel in het midden. ‘Goedemorgen, kies allemaal een stoeltje uit en ga lekker zitten’. Het meisje kiest een veilige plek achterin. Wanneer de vrouw zegt dat ze een stukje zal gaan voorlezen wordt het muisstil. De kinderen kijken aandachtig naar de vrouw met een boek in haar hand. De vrouw begint te lezen. ‘Er was eens in een bos hier ver vandaan….’
Wanneer de mevrouw de laatste regels voorleest en het boek dichtklapt begint het lawaai weer. ‘Heeft u ook een boek over vrachtwagens?!’ vraagt een jongentje achterin. Waarna een meisje volgt; ‘Of een boek over zeemeerminnen?!’ De vrouw lacht en knikt gerust. ‘We hebben zoveel boeken, er zit vast voor iedereen wat tussen.’ Nadat de vrouw van de bibliotheek een aantal boeken heeft laten zien is het tijd voor de kinderen om te gaan kiezen. Ieder kind mag een boek kiezen dat ze mogen lenen en kunnen lezen op school. De vrouw heeft het nog niet gezegd of een hele horde snelt zich al naar de boekenkasten. Alle boekjes worden bekeken en uit de kast getrokken. Het meisje helemaal achter in de kring wacht wiebelend op haar stoeltje af.
Voor ieder wat wils
Een klein meisje met een roze jurkje komt naast me staan en spreekt me twijfelend aan. Het is het meisje dat net nog verlegen op haar stoeltje zat. ‘Juf, ik weet niet zo goed wat voor boekje ik moet kiezen, ik kom hier nooit.’ Ik ben verbaasd dat ze me aanspreekt met juf. ‘Wat vind je leuk?’ zeg ik terwijl ik op mijn hurken naast het meisje ga zitten. ‘Ik hou van pandaberen denk ik.’ Met mijn vingers glij ik langs de gekleurde kaften in de kast. Ik stop met het zigzaggen van mijn ogen bij een boek waar in letters geschreven staat; Pandaberen. Wanneer ik het boekje in haar kleine handjes laat zakken, verschijnt er een glinstering in haar ogen. ‘Op school hebben we helemaal niet zo veel boeken’, zegt het meisje bijna fluisterend en ze laat een klein glimlachje zien. Glunderend snelt ze naar haar stoeltje en slaat ze het boekje open. Ze begint meteen met lezen. Om me heen zie ik steeds meer tevreden gezichtjes met grote, dikke, kleine en dunne boekjes.
Gratis lidmaatschap
Een lidmaatschap bij de bibliotheek is in heel Nederland gratis voor kinderen onder de 18 jaar. Wanneer de bibliothecaresse vraagt aan de kinderen wie er zo’n lidmaatschap heeft, steken er maar drie kinderen hun hand op. Ik besef me dat zo’n uitje als vandaag iets is wat de rest van de kinderen alleen tijdens school zouden doen. Juf Hilde verbaast zich niet over het feit dat er zo weinig kinderen naar de bibliotheek gaan. ‘In deze klas worden kinderen thuis niet echt gestimuleerd om te lezen. Ouders hebben meestal geen tijd of kunnen zelf niet heel goed lezen. Daarom is het juist belangrijk dat we met school hierheen kunnen gaan.’ De kinderen zijn reuze enthousiast en iedereen is gulzig op zoek naar een boekje.
Nog geen halfuur later zitten alle kinderen met een boek op schoot. Stil zijn ze niet meer, want iedereen heeft het over de boekjes. Wanneer juf Hilde in haar handen klapt en zegt dat het tijd is om terug naar school te gaan staan alle kinderen op. En zo verdwijnen de kinderen uit het stenen gebouw. Het meisje met de pandaberen het jongentje met de vrachtwagens. Ieder kind een gevuld rugtasje.