Dromen van generatie op generatie: als boer in een familiebedrijf
Bij het overnemen van een familiebedrijf komt meer kijken dan je misschien zou denken. Je neemt als het ware een droom over die eerder van een familielid was. Wil je dat wel? Is het economisch gezien een goeie zet om het bedrijf over te nemen? En stel je wil het familiebedrijf niet overnemen, hoe wordt er dan door de omgeving naar je gekeken? Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven heeft een onderzoek gedaan, getiteld ‘Coming home or breaking free?’ (2015). Uit dit onderzoek blijkt dat de nieuwe generaties steeds minder geïnteresseerd zijn in het overnemen van het familiebedrijf. Dus wat wordt het: thuiskomen of losbreken?
Denekamp
Denekamp wordt inmiddels erkend als dorp, maar dat is niet altijd zo geweest. “Met paard en wagen had je een hele lange dag voor je als je bijvoorbeeld van Denekamp naar Zwolle wilde.”, zegt Richard Blokhuis van Heemkunde Denekamp. Vroeger was het een gemeenschap en een belangrijk tussenstation in de route van Duitsland naar Zwolle en andere grote steden.
Tegenwoordig is Denekamp een dorp in de gemeente Dinkelland. De gemeente ligt in het noordoosten van Twente en grenst aan Duitsland. Het dorp ligt in een agrarisch gebied, maar sinds de jaren vijftig ontwikkelde zich er ook de industrie. “Denekamp is ontstaan als een gemeenschap met een paar houten huizen, dan praten wij ongeveer over duizend jaar geleden.”, vertelt Blokhuis. Twente was vroeger erg moeilijk te bereiken, dus ook invloeden van buitenaf kwamen het gebied niet in. Het gevolg daarvan was dat veel tradities en gebruiken eeuwenlang bleven bestaan.
“Tradities en gebruiken bleven eeuwenlang bestaan.”
Vandaag de dag koesteren inwoners van Twente die oude tradities en gebruiken nog steeds. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan van oudsher religieuze tradities als dorpsfeesten, carnaval en paasvuren. Maar er valt ook te denken aan de landbouw. De mensen in dorpen waren vroeger veelal landbouwer. Boerenbedrijven werden binnen de familie van generatie op generatie overgenomen. “Ongeveer in 1300, in de middeleeuwen en daarbij ook de tijd dat mensen nog angstig waren voor de pest, werd hier de eerste kerktoren gebouwd. Al snel kwamen toen ook de eerste huizen van steen. Toen werd Denekamp een echt dorp.”, zegt Blokhuis.
Familiebedrijf
Net buiten Denekamp is in het dorp Beuningen al snel het Biologische Leghennenbedrijf Nijhuis te vinden. Veel mensen uit Denekamp komen hier geregeld langsfietsen om verse eieren te halen. Ook in dit deel van Noordoost Twente wordt veel aan landbouw gedaan. Zo ook door Sander Nijhuis (31) die vanaf zijn geboorte al in Beuningen woont. “Ons bedrijf staat in het prachtige Beuningen. Hier houden wij momenteel 24.000 leghennen op biologische basis. Daarnaast hebben we nog circa 36 stuks koeien, maar dat is meer voor de hobby. En wij hebben nog een paar geiten, een hond en een paar katten.”, vertelt hij. Het bedrijf bestaat al ruim 100 jaar.
Sander is momenteel werkzaam als Specialist grondzaken bij Waterschap Rijn en IJssel. Maar naast dat hij zich bezighoudt met het water in Overijssel, is hij als parttime boer vaak te vinden op het familiebedrijf. Sander houdt zich bezig met verschillende werkzaamheden: eieren rapen, boekhouding, controlewerk in de stal, het netjes houden van het erf en eieren wegbrengen naar klanten. Hij woont ook op het bedrijf, samen met zijn vriendin. Naast hen wonen zijn ouders. Op het bedrijf staan diverse gebouwen: de kippenstal, loopstal voor de koeien, twee kapschuren en een oude kippenstal die in gebruik is als stallingsruimte.
“Het bedrijf bestaat al ruim 100 jaar.”
“Van oudsher zijn we altijd al een gemengd bedrijf geweest.”, vertelt Sander. “Dat wil zeggen dat we altijd al verschillende soorten vee hebben gehad. Heel vroeger hadden we al melkkoeien, vleeskoeien, varkens en kippen. De aantallen van het vee waren vroeger ook lang niet zo groot als dat het nu is. Om nu een goede boterham te kunnen verdienen, moet je je specialiseren. In de loop van de tijd hebben wij dit dus ook gedaan. We hebben een tijdje veel vleeskuikens samen met melkkoeien gehad. Rond 2000 zijn we van vleeskuikens overgestapt naar opfokhennen. In 2010 hebben we afscheid genomen van onze melkkoeien en opfokhennen om ons zodoende helemaal te specialiseren in leghennen.”
“Om nu een goede boterham te kunnen verdienen, moet je je specialiseren.”
Onderzoek
Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven heeft een onderzoek gedaan, getiteld ‘Coming home or breaking free?’ (2015). Voor dit onderzoek zijn ruim drieduizend Nederlandse studenten ondervraagd van wie de familie een bedrijf heeft. Het bleek dat relatief weinig studenten van plan zijn om het familiebedrijf over te nemen. Maar 1,7% van de studenten van wie de ouders een familiebedrijf hebben, wil het bedrijf overnemen direct na hun studie. Het percentage stijgt wel als het gaat om vijf jaar na het afronden van de studie. Dan zegt 4.1% het familiebedrijf te willen overnemen.
Uit het rapport blijkt dat in culturen waar veel verbondenheid is in organisaties of families de overname van familiebedrijven vaker voorkomt. Als je trots bent op je omgeving, loyaal bent naar je familie toe en als er veel verbondenheid is, dan is het erg waarschijnlijk dat je het familiebedrijf met alle liefde overneemt. Stijn Visschedijk is socioloog en onderzoeker bij Kennispunt Twente en hij weet meer over die sociale cohesie, oftewel verbondenheid. Visschedijk maakt duidelijk dat er in Twente zeker sprake is van sociale cohesie. “Zeker op dorpsniveau kan deze binding alleen nog maar sterker zijn.”, zegt Visschedijk.
Als het met deze verbondenheid dus goed zit, wat zou dan een reden zijn om het familiebedrijf niet over te nemen? Dit heeft meer te maken met de financiële kant. Zoals Sander zelf al eerder zei moet je je specialiseren om nu een goede boterham te verdienen. Dit is hem erg goed gelukt, maar dit gaat niet iedereen goed af. Overname van het familiebedrijf heeft namelijk ook te maken met de andere kansen op de arbeidsmarkt. In armere landen wordt het familiebedrijf vaak overgenomen, dit omdat aantrekkelijke alternatieve op de arbeidsmarkt zeldzaam zijn. “Naarmate rijkdom toeneemt, wordt de intentie om het bedrijf over te nemen zwakker, omdat er andere verleidelijkere opties zijn.”, staat in het rapport. Naast het geld komen ook snel dingen als status van het beroep en eigen reputatie om de hoek kijken. Dat zijn dus mogelijke factoren die je kunnen tegenhouden, maar Sander trekt zich daar niet zoveel van aan. Hij gaat zijn passie achterna.
Duidelijk is dat verbondenheid een grote rol speelt en daar is zeker sprake van in het dorp Beuningen. “Hier in de buurt zie je geregeld dat familiebedrijven overgenomen worden.”, zegt Sander. “Het woord zegt het al: familiebedrijven. Ook dat maakt dat ik dit voor de rest van mijn leven wil doen. De gedachte dat mijn opa en de opa van mijn vader ook al hier aan het werk waren en verder probeerden te komen, is een geweldige gedachte. Ook ik zou het later, mochten er ooit kinderen komen, willen overdoen zodat het een echt familiebedrijf blijft.”
“De gedachte dat mijn opa en de opa van mijn vader ook al hier aan het werk waren en verder probeerden te komen, is een geweldige gedachte.”
Sander vertelt dat je in de buurt nog vaak ziet dat jongeren het bedrijf van hun ouders overnemen. In het geval van agrarische bedrijven wordt dat minder, maar hij denkt dat dat meer te maken heeft met dat bepaalde bedrijven niet levensvatbaar meer zijn en ook dat sommigen het niet zien zitten om dag en nacht op het bedrijf te zijn.
“Mocht ik het familiebedrijf niet willen overnemen dan denk ik dat mijn vrienden en familie het wel jammer zouden vinden. Maar het zou niet heel erg zijn. Je moet datgeen doen wat jij graag wilt doen. Het moet geen verplichting worden, want dan gaat het niet werken.”, maakt Sander duidelijk. “Ik denk dat er ook positief gekeken wordt naar mensen die het dorp verlaten om hun droom te volgen. Zoals ik al zei: als je iets doet, wat je eigenlijk niet leuk vindt, dan ben je niet gelukkig. Als je je dorp verlaat om iets te gaan doen wat je leuk vindt, dan is dat alleen maar goed.”
“Ik denk dat er ook positief gekeken wordt naar mensen die het dorp verlaten om hun droom te volgen.”
Droom
“Vroeger als kind was ik al druk op de boerderij, maar droomde ik ervan om bij de politie te gaan.”, vertelt Sander. Maar hoe langer hij thuis werkte samen met zijn ouders, hoe leuker hij het werk is gaan vinden. “Je groeit er als het ware een beetje in.”, zegt hij. Als het familiebedrijf niet had bestaan zou hij dus proberen om bij de politie te komen. Aan de andere kant heeft hij gestudeerd voor Vastgoed en Grondtransacties en zou hij dan misschien iets in de makelaardij zijn gaan doen. Maar steeds als Sander thuis op het bedrijf bezig was, ervaarde hij de vrijheid die je als boer hebt.
“Vroeger als kind was ik al druk op de boerderij, maar droomde ik ervan om bij de politie te gaan.”
“Natuurlijk zijn er ook veel verplichtingen, maar de vrijheid maakt alles goed.”, stelt hij. Het werken met dieren is ook iets wat hij geweldig vindt. Uiteindelijke wil Sander fulltime boer worden. Dat is dan ook wat hij de rest van zijn leven wil blijven doen. “Op dit moment denken wij met het bedrijf klaar te zijn voor de toekomst, al weet je niet wat er qua regelgeving gaat veranderen. We houden altijd de ontwikkelingen in de markt in de gaten.”, vertelt Sander. “Ik weet dat wanneer ik op de boerderij bezig ben, ik me het meest gelukkig voel. Op de boerderij werken kan niks overtreffen. Ik zou hier nooit weg willen. Ik heb hier in feite alles: familie, een vriendin, mijn kameraden en werk. Hier ben ik op mijn plek.”
Conclusie rapport
Uit het rapport van Het Landelijk Expertisecentrum Familiebedrijven (2015) komt ook een duidelijke conclusie. “Volgende generaties moeten hun eigen motivaties en voorkeuren zorgvuldig beoordelen.” Misschien is het financieel wel een hele goede keuze, of misschien wil je familie erg graag dat je het bedrijf overneemt. Maar wat heel duidelijk blijkt uit het rapport is dit: om op de lange termijn succesvol en gelukkig te zijn, moet het overnemen van het familiebedrijf je eigen bewuste beslissing zijn.
Dit artikel is geschreven door journalisten van PubliekPlein, een samenwerking tussen RTV Oost en studenten journalistiek. Zij publiceren verhalen en artikelen over dromen van inwoners van Noordoost-Twente. Wilt u uw verhaal doen, of wilt u meepraten over deze onderwerpen? Mail ons dan op infopubliekplein@gmail.com