De Poort lacht weer zoneschijn

De Poort ruikt een beetje muf en is altijd koud als je binnenkomt. Het interieur is wel heel warm met een houten bar en leren stoelen. De kleine hoge raampjes in de muur laten zien wat ze geweest is, een gymzaal voor een basisschool, de Ericaschool. En nu…. Nu is ze een plek van samenkomen, van gezelligheid en van hard lachen. E.A.S. De Poort is een buurthuis midden in het blauwe dorp in Assen-Oost. Als Brian erdoorheen loopt is het rustig. Er is geen dart toernooi gaande, maar overal aan de muur hangen de borden te wachten tot er weer op hen gespeeld wordt. De poeltafel staat in het midden van de ruimte en is als enige warm. Brian zet de verwarming aan en gaat op de poeltafel zitten. Zo’n grote ruimte heeft immers veel tijd nodig om op te warmen. De poeltafel wordt warm gehouden zodat er makkelijker op gespeeld kan worden. Brian is penningmeester in het bestuur van De Poort. Zuchtend vertelt hij hoe hard ze hun best doen om De Poort levendig te houden, maar is die toekomst er wel? De oplossing ligt zo voor de hand. Een schuur die gebruikt kan worden als opslag waardoor er ruimte gecreëerd wordt om bezig te gaan met de kinderdisco en het atelier op zolder.

Kim Kuiper

Brian is al lang betrokken bij De Poort en kan er goed iets over vertellen. “Het is een ontmoetingsplek in het voormalige blauwe dorp, zoals dit deel van Assen-Oost vroeger heette door de kleur van de dakpannen. Tegenwoordig noemen we het niet meer zo, maar omdat het hier zo volks is en mensen hier generaties op generaties wonen kennen we het allemaal nog zo.” De Poort bestaat al sinds 1930. Ze hebben op dit moment zo’n 300 actieve leden in de wijk, dat klinkt veel, maar het neemt de afgelopen jaren alleen maar af.  “Mijn opa is vroeger voorzitter geweest van De Poort. Toen zat het nog niet op deze locatie hoor. Nee het heeft eerst in iemand zijn woonkamer gezeten. Toen werden de activiteiten allemaal nog op verschillende plaatsen georganiseerd.” Bijvoorbeeld op het panna veldje naast de huidige poort.

Het met een hek afgeschermde voetbalveldje wat een kwart is van een volledig voetbalveld wordt altijd gebruikt. Het echte gras waar de doelen op staan is helemaal vertrapt en bruin door de blije kinderen die af en aan het veld bezet houden. Het ruikt er naar modder en de regen valt zachtjes in de plassen terwijl de kinderen er met vaart doorheen rennen. Volgens mij hebben zij helemaal niet door dat het begint te regenen. Dit veld en het grasveld eromheen is al sinds het begin van De Poort hun eigendom. Ze organiseren hier zomers speelactiviteiten en eens per jaar heb je Appiedam een grote speeltuin van meerdere dagen met springkussens, hutten bouwen en andere activiteiten.

Brian loopt door de poort en belt met de gemeente. Het is een geïrriteerd gesprek, want hij krijgt weer te horen dat ze nog niks voor hem kunnen betekenen. Al maanden zijn ze bezig om een opslaghok te krijgen in hun buitenruimte, maar het krijgen van het geld blijft een obstakel. De buitenruimte van De Poort kan het wel gebruiken dat er iets komt. Op dit moment staan er allemaal stijgers met mannen erin die het gebouw witten en hard luisteren naar radio 1. Alle Nederlandse carnavalsmuziek komt voorbij. Rondom de Poort is alles van steen op het voetbalveldje na. Er is weinig waaraan je kan zien dat er geleefd wordt als om 18:00 alle spelende kinderen naar binnen moeten voor het avondeten.

Iedere week komen er mensen bij elkaar om een biertje te drinken of om te darten, maar het aantal is niet meer wat het geweest is. Er zal iets moeten gebeuren om er weer leven in te blazen. Hiervoor zullen ze ook de stoffige zolder moeten gebruiken. Op dit moment is het een ruimte met in het midden een groot plastic zeil. Aan de ene kant ligt al het bouwmateriaal en aan de andere kant proberen ze de muffe stoffige geur te verdoezelen. Hier staan lange tafels met allemaal knutselspullen. Alsof de kinderen tijdens het tekenen een brandoefening hadden en zijn weggerend. Alles ligt erbij alsof er nog mensen mee bezig zijn. De stiften zonder dop en de vage geur van benzine die uit de uitgedroogde markers komt. De Poort is verdrietig. Ze huilt tranen regenwater over haar hoge kleine ramen langs haar verwaarloosde gevel. Er zijn al weken mannen aan het werk om de kozijnen en het dak weer te vernieuwen, maar met zo weinig animo om langs te komen zijn de gewitte kozijnen niet waar De Poort op zit te wachten. De Poort heeft iemand nodig die zich voor haar inzet en gelukkig doet Brian daarvoor erg zijn best. Hij hoopt met de ombouw van de zolder dat er weer animo komt voor jonge gezinnen en kinderen om zich aan te sluiten bij de poort.

“De gemeente komt ons ook niet tegemoet, want we hebben een opslag plek nodig voor al onze spullen om de ruimte hierboven te verbeteren. We zouden die ruimte kunnen krijgen van de school ernaast, maar dat plan is nu weer van de tafel. Bovendien zitten er beschermde diersoorten in een andere ruimte hierboven. Dat moet eerst nog helemaal onderzocht worden voordat we verder kunnen met onze plannen. Ondertussen kost het ons wel allemaal tijd en geld.”

De vorst is ontdooid en de mannen op de stijgers zijn nog steeds bezig om het aanzicht van de poort aantrekkelijker te maken. Nog steeds staan dezelfde Nederlandse nummers aan. Brian heeft in de afgelopen maanden weinig gehoord van de gemeente en loopt met zware passen door het pand heen. Zijn telefoon gaat af. Het is de gemeente. Na maanden wachten is er eindelijk vooruitgang. Brian zijn passen worden lichter en tegelijkertijd breekt de zon door de wolken. De subsidie is goedgekeurd. Ze kunnen beginnen aan de bouw van de schuur. Hij loopt de trap op naar de zolder en kijkt, hopelijk voor een van de laatste keren, naar de muffe stoffige bende die het nu nog even is. De witte kozijnen reflecteren de zonneschijn en de kleine hoge ramen laten het licht weer toe. De poort lacht tevreden naar de vogel die op haar dak aan een nestje begint.