De Laatste Duif
De mand staat op de achterbank van de auto. Af en toe klinkt het geluid van fladderende vleugels of het krassen van nagels. Als Gerjan Heerkes de manden van zijn auto naar het clubgebouw tilt blijven de dieren rustig. Het clubgebouw van Postduifvereniging de Luchtbode staat in de schaduw van het nieuwe buurtcentrum. De zandkleurige stenen en enige verdieping steken af tegenover het nieuwere blok ernaast. In hout gebrande letters vertellen trots de naam van de club. Over de drempel zijn nog veel meer duiven te vinden. De reismanden staan al klaar, metalen kooien, die de duiven samen met water en voer naar Parijs zullen brengen. De drieëntwintig clubleden doen aan wedstrijden hebben zich op donderdagavond verzameld. De mannen praten rustig onder elkaar. Heerkes is een nieuwer lid en kan niet altijd meepraten over de goede tijden van de club. Toen voelde het gebouw nog niet te groot aan en stond de sport nog niet op uitsterven. Buiten klinkt de motor van een vrachtwagen. Het teken dat het einde van de avond nabij is.
Met het geluid van de vrachtwagenmotor, zien ze hun geliefde dieren vetrekken. De manden zijn snel ingeladen. Op naar Frankrijk. De mannen kletsen nog even na. Ze hebben het over de vleesprijs van deze week en wie de gelukkig winnaar zal zijn. Veel van hen doen mee voor spek en bonen. Winnen zullen ze niet, om het leuk te houden heeft de club een eigen prijs ingesteld waar geen enkele duif sneller voor hoeft te vliegen. In Vroomshoop is het rustig, maar in Noord Frankrijk is het een ander verhaal. Daar worden duizenden duiven bij elkaar gehouden. Een extra nachtje voor de wedstrijd zodat ze rustig en aangesterkt van de reis kunnen beginnen met vliegen. Die vrijdag ochtend worden ze vrijgelaten. Duizenden duiven tegelijkertijd. Elke eigenaar heeft een klok aangezet waardoor de gemiddelde snelheid van de duif gemeten kan worden. Technisch gezien is het al jaren geen gewone klok meer, maar een mini computer. Het zorgt er niet voor dat instappen in de sport makkelijker wordt. Samen met het kopen van het hok en de dieren moeten verzorgen maakt het een moeilijke hobby, als het je niet met de paplepel is ingegoten. Heerkes houdt zichzelf rustig op de vrijdag. Zijn duiven zijn nu weg. Hij kan er niks meer aan doen, wat er ook gebeurd.
De geschiedenis staat ook al geschreven. De leden worden ouder en ouder en komen geen nieuwe leden bij. Het is duur, vooral de elektronica op de vluchten bij te houden. Het is jammer denkt Heerkes. Als liefhebber wil je ook zien dat andere mensen het mooi vinden. Het enige wat makkelijk te krijgen is zijn de duiven zelf. Eens in de zoveel jaren wordt een duif voor meer dan een miljoen gekocht. Maar als je het in Vroomshoop zou vragen durft iedereen wel een vogel weg te geven. Het is niet alleen het vliegen, het is ook de mensen. De gesprekken terwijl je wacht op de uitslag. Soms over de voetbal, soms over vroeger of om te vragen wie het liefst het vleespakket wil winnen die avond. Vooral voor de clubleden die de club hebben opgebouwd is het soms een moeilijk besef. Geerkes is dankbaar dat hij nog jong genoeg is om van club te kunnen wisselen mocht dat nodig zijn. In Vroomshoop zijn ze nog met twintig, maar er zijn genoeg club met nog maar een handvol leden, waarvan de helft boven de zeventig is. Het einde nabij, maar de duiven moeten nog even vliegen.
Ze zweven over België en de zuidelijke Nederlandse provincies. Vroomshoop is een van de noordelijkste clubs en zo moeten de duiven zeventig kilometer langer vliegen. De zaterdagochtend houdt Heerkes de tijden van zijn competitie in de gaten. Het kan nog wel langer duren. Stormweer heeft mogelijk de duiven in de weg gezeten. Om half één komt het verlossende woord. In Doetinchem is de eerste duif aangekomen, maar dit zegt nog niks voor Heerkes winst. Het gaat om de snelste tijd. Hij begint zenuwachtig te worden en blijft in zijn tuin de wacht houden. Hopend dat hij een bekend grijs vlekje in de lucht ziet. Half twee klinkt het vertrouwde gefladder, nageltjes raken het deurtje en een sensor geeft de tijd door aan het minicomputertje. Al thuis zou Heerkes de tijd kunnen berekenen, maar daar gaat het niet alleen om. Hij rijdt naar het clubhuis. Gelach klinkt vanachter de deur. Met zijn allen scannen ze de data. Iemand klapt een hand op zijn rug. “Je hebt het weer gedaan hoor.”
Met een biertje in de hand praat Heerkes na met zijn clubgenoten. Het geratel van het tikkertje van het rad. De nummer zes op clublijst mag het vleespakket meenemen. Heerkes is een van de eersten uit de deur. Hij laat de nostalgie over voor de old timers, maar hoopt dat hij deze sport nog lang mag doen.
Recente reacties