“De kerk gaat dood, dominee, en daar moet u wat aan doen”

De geselaar kijkt uit over het mistige veenmoeras en krabt zich achter het oor. Het gebied is een gift van de bisschop van Utrecht, een mogelijkheid om zijn zwervend bestaan achter zich te laten en een eigen thuis te maken. Maar er moet wel wat aan gebeuren. Het veen moet worden afgegraven, en van het de turf die dat oplevert moet één tiende naar de bisschop. Een aalmoes met een Hollands randje: voor wat hoort wat.

Toch, zo’n kans zal zich niet snel weer aandienen. Dit is het moment om een beslissende keuze te maken. De geselaar haalt zijn gelittekende schouders op. Deus vult. En wanneer hij de eerste spade in de zompige veengrond steekt, begint de geschiedenis van Giethoorn.

 

Zevenhonderd jaar later zoekt Gerke van Hiele naar zijn eigen beslissende moment. Sinds 2018 is hij predikant van de Doopsgezinde Gemeente in Giethoorn. De kerk staat aan de Hylkemaweg, genoemd naar zijn beroemde voorganger Tjeerd Hylkema die in Giethoorn een moderne zondagsschool, een boerenleenbank, een rietvlechtfabriek en maar liefst twee jeugdkampeerhuizen achterliet. De Dorpsgracht loopt ervoor langs, ’s zomers het toneel van honderden bootjes en anderhalf miljoen toeristen. Maar tussen de weg en de kerk staat een afgedicht hek, en de poort is door de weeks op slot. Midden in het dorp staat de kerk totaal op zichzelf. Daar moet iets aan gebeuren – maar wat?

“A’je achter ’t hek blieft dan wordt het in elk geval niks”

Aan de kerkgemeenschap zal het niet liggen: die is klein, maar trouw en betrokken. Op een winternacht na de kerstdienst schuifelen de Doopsgezinden de kerk uit, het duister in. Een van de schaduwachtige figuren draait zich bij het passeren nog even om en bromt: “A’je achter ’t hek blieft dan wordt het in elk geval niks, dominee.” Niet veel later spreekt een vrouw hem aan: “De kerk gaat dood, dominee, en daar moet u wat aan doen.” Gerke luistert. In zijn hoofd draaien de raderen. De wil is er, de verwachting ook, maar het beslissende moment is er nog niet.

 

Toeristische trekpleister

Hij voert vooral veel gesprekken in die tijd. Gaandeweg ontwikkelt zich het idee: de kerk staat aan de toeristische hoofdader van het dorp, zou het dan niet ook een toeristische trekpleister kunnen worden? Dat lijkt een kans, en er is ook meteen animo vanuit de gemeenschap. Er wordt een projectgroep ‘Open Kerk’ opgericht en een vrijwilligerscoördinator aangetrokken, en er worden nóg meer gesprekken gevoerd. Toch is niet iedereen meteen enthousiast. Wordt de kerk dan niet overlopen door toeristen? En maken zij binnen niet alles stuk?
Gerke voert elk gesprek met aandacht, neemt alle bezwaren tot zich. Er zal niks zomaar worden doorgedrukt. De ene persoon kan zich nu eenmaal sneller iets voorstellen dan de ander, weet hij. Dat vraagt geduld. Het enthousiasme groeit gestaag en de bezwaren worden minder. Steeds vaker zeggen mensen: “Misschien moeten we maar eens kijken wat er gebeurt.” Dat is het kantelpunt. Daar is het beslissende moment.

Er wordt een moderne ontwerpstudio uit Amsterdam ingehuurd. Geen onbekende: de studio verbouwde eerder al de tentoonstelling van Museum ’t Olde Maat Uus, net aan de overkant van de Hylkemaweg. De bezem gaat door de kerk. Weg gaan de stoffige prullaria en het rommelige prikbord. Het interieur krijgt een frisse kleur op de wanden en een smaakvolle expositie van foto’s met tekst, die de kerkelijke geschiedenis van het dorp laten zien. In de ruimte daarachter komt een grote tafel waar mensen een boodschap op een briefje kunnen schrijven en dat, gevouwen als een vogeltje, kunnen achterlaten.

De kerk als toeristische trekpleister. Het is ambitieus, en bovendien reuzespannend. Soms zit Gerke ’s nachts opeens rechtop in bed: “Komt het wel goed? Wat als er op een dag te weinig vrijwilligers zijn?” In plaats van ‘elke dag open’ komt er op de borden ‘op gezette tijden open’ te staan. Soms is de oplossing best eenvoudig. De renovatie van de kerk verloopt voorspoedig. 2019 gaat over in 2020 en de heropening van de kerk nadert. Nu zal moeten blijken of alles goed uitpakt.


Foto: Sikko Boersma

 

Lockdown

Maar dan, terwijl in de kerk de verfrollers nog in het gangpad staan, zit heel Nederland opeens aan de televisie gekluisterd: het land gaat in lockdown. Alles gaat dicht. Alles komt tot stilstand. Op de anders ramvolle grachten is het onwerkelijk, spookachtig stil. Corona is uitgebroken. Ook de kerk ontkomt er niet aan. In plaats van het ‘praatje’ op zondagochtend stuurt Gerke brieven rond naar de leden van de gemeenschap. In plaats van te troosten met een hand op de schouder doet hij dat met een hand aan het oor: de telefoon wordt zijn belangrijkste connectie. En in plaats van een goedbezochte trekpleister te zijn staat de kerk er leeg en verlaten bij.

Drie coronagolven volgen elkaar op. Pas in mei 2021 komt het einde van de lockdowns in zicht. Vliegverboden worden opgeheven, luchthavens gaan open, en mensen die een jaar lang aan eigen land gebonden waren kijken voorzichtig weer de grenzen over. Nu kan ‘Open Kerk’ dan eindelijk van start. Gerke neemt contact op met Grietje Pietersz, de vrijwilligerscoördinator. Kunnen we open? Zij heeft goed nieuws: vrijwel alle vrijwilligers die zich vóór corona hadden aangemeld staan nu weer te trappelen om te beginnen. De kerk kan open.

Het hek is opengewerkt, waardoor Gerke nu vanuit de vergaderruimte achter de kerk ook naar buiten kan kijken, naar het Hylkemapad. Daar staat inmiddels een gloednieuw ANWB-bord. Een groepje toeristen blijft bij het bord staan, lezend. Onwillekeurig gaat Gerke een beetje rechterop zitten. Wat zullen ze doen? De toeristen lopen verder, de bocht om langs de kerk. Dan kunnen ze rechtdoor de brug over, of rechtsaf richting de bootjesverhuur. Of ze kunnen linksaf. En zie, ze gaan linksaf, door het open hekje naar de kerk. Gerke glimlacht.

 

Alle vertrouwen

Anno 2024 is de Doopsgezinde kerk aan het Binnenpad van Giethoorn een oase van rust tussen de ‘biertjes en bootjes’ die het toeristische centrum domineren. De lucht is er koel, er speelt een muziekje. Twee vrijwilligers zitten aan een tafeltje koffie te drinken. Toeristen schuifelen door de gangpaden. Sommigen gaan even zitten om de vredige sfeer tot zich te nemen, anderen leunen de kleine expositieruimte in waar een ouderwetse domineeskamer is nagebouwd.

‘Trots’ zal je Gerke niet horen zeggen. ‘Verguld’ is hij ermee: blij en dankbaar. Hij laat iets moois achter voor de kerk, net als zijn voorgangers voor hem hebben gedaan. Zijn tijd als predikant zit er namelijk op. In het najaar van 2025 gaat hij met pensioen. Dat betekent vertrekken uit de pastorie en op zoek naar een nieuwe woning. Hoe het daarna komt? Geen idee. Gerke maakt zich er geen zorgen over. Het juiste moment om een beslissing te nemen dient zich wel aan. Daar heeft hij alle vertrouwen in.