Blijft het groene hart kloppen?
Ooit was ik een groen hart met status en een groot landhuis. Een woonplek voor de Drentse gedeputeerde Herman Roelof Wolf van der Feltz, de gouverneur van Drenthe Petrus Hofstede en later voor Augustinus van Valkenstijn en zijn vrouw Louise Aubry d’Arancey.
Deze tijd is al lang vervlogen, nu rest slechts het fundament van het pand, de oprijlaan met het toegangshek, de gracht en het gietijzeren grafmonument met de gemetselde grafkelder van de Van Valkestijns nog. Toch ben ik nog altijd het groene hart van Assen-Oost.
Veel buurtbewoners beleven dagelijks plezier van mijn natuur in de grote “voortuin van Assen-Oost”. Van de wandelroute, de pumptrack, de dierenweide, de hondenspeelplaats en kindertuin.
Echter krijg ik steeds meer mankementen en weet ik niet hoelang ik het nog volhou om mijn taak te vervullen: het groene hart van Assen-Oost zijn. Gelukkig komt er twee keer in de maand trouw bezoek van een groep enthousiaste vrijwilligers, die zich met man en macht inzetten om mij met liefdevolle verzorging waardig oud te laten worden. Vandaag verzamelen zij zich bij de buurtschuur.
De vrijwilligers zijn hier op uitnodiging van Henk Blouw, van Stichting Landgoed Valkenstijn, die hen heeft gevraagd om vandaag te helpen met het verspreiden van de zo’n 400 kilo vulkaanmeel over mijn landerijen. Dat voor 12 uur ’s middags.
Voordat de werkzaamheden beginnen, heet Henk Blouw iedereen van harte welkom. Hij vertelt waarom dit project zo belangrijk is voor mijn steeds ouder wordende bodem. “Waarom is vulkaanmeel zo nuttig?” vraagt hij, waarna hij het zelf goede antwoord geeft: “Het voegt waardevolle mineralen toe aan de grond, die door bomen en struiken worden opgenomen. Dit helpt bijvoorbeeld om meeldauw tegen te gaan. Door het vulkaanmeel krijgt meeldauw veel minder kans om zich te verspreiden.”
Henk vertelt verder dat bomen in Nederland te maken hebben met zure regen. Hierdoor wordt het bladerdek, vooral in de kruin, minder dicht. “Als je je grieperig voelt, voel je je ook niet lekker om naar je werk te gaan. Voor bomen is dat precies hetzelfde. Door het dunne bladerdek valt er meer licht en zure regen op de grond. Dit geeft onkruiden zoals brandnetels en bramen een grotere kans om zich te verspreiden. Dit is een van de redenen waarom bossen steeds meer dichtgroeien met bramen. Kijk bijvoorbeeld naar het Amelterbos,” zegt Henk.
“Vulkaanmeel is dus een belangrijke voedingsbron voor de grond en bevordert het bodemleven – mits het op de juiste manier gebruikt wordt,” voegt Blouw toe. “Pas op. Te veel tegelijk kan schadelijk zijn. Het bodemleven kan zich dan niet goed kan aanpassen.”
Een ander voordeel van vulkaanmeel is dat het de verzuring van de grond tegenwerkt. Het helpt de pH-waarde in de bodem te verbeteren, wat essentieel is voor een gezonde groei van planten.
Minder meeldauw, een mooier bladendek en een verbeterde bodem, dat klinkt als muziek in mijn oren! Ik kan niet wachten tot ik kan gaan genieten van de magische werking van dit bijzondere vulkaanmeel.
Na het oplossen van de rekensom hoeveel zakken er per vierkante meter verspreid moeten worden, komen de vrijwilligers tot de conclusie dat drie kruiwagens vol meel richting de plantenstrook verplaats moeten worden en dat de inhoud van de andere vijf kruiwagens rond de huisplaats uitgestrooid moet worden. Aangezien elke kruiwagen zo’n 60 kilo vulkaanmeel bevat, wordt het een flinke klus. Maar de vrijwilligers zijn vastbesloten om deze taak met zijn allen vóór 12 uur klaar te hebben.
Terwijl mijn plantenstroken en grond rond de vele bomen bedekt wordt met vulkaanmeel, hoor ik in de verte een gesprek tussen één van de vrijwilligers en Henk Zwetsloot bestuurslid van Stichting Landgoed Valkenstijn. Zwetsloot is afgestudeerd aan de Wageningen universiteit, Tropical Forestry en vertelt meer over de PH-waarde op het landgoed.
“We hebben verschillende monsters genomen van het landgoed en de PH-waarde en deze lag rond de vier. Dat is te laag, de waarde moet eigenlijk rond de vijf liggen.” Mijn grond is dus te zuur met als gevolg dat nieuwe plantensoorten het soms slechts 2 seizoenen volhouden en in mijn aarde nooit tot volle bloei kunnen komen.
Nadat de vrijwilligers een uur stevig hebben doorgewerkt is het tijd voor een welverdiende koffiepauze.
Deze vrijwilligers zijn anders dan vele andere bezoekers die ik mag ontvangen. Ik zie herbruikbare bakjes en kannen en zelfs aan een vuilniszak hebben ze gedacht. Daar kunnen de andere bezoekers een voorbeeld aan nemen, want ik heb jaren nodig om al het afval wat hier rond zwerft weer af te breken.
Wanneer alles is opgeruimd, zie ik dat de vrijwilligers verder gaan met het verspreiden van het vulkaanmeel. Ik zie een glimlach op Henk Blouw z’n gezicht verschijnen en hoor hem zeggen dat er een stuk meer grond gedaan wordt dan dat hij had verwacht. Rond 12 uur zijn de laatste zakken uitgeschud en is mijn grond bedekt onder een laagje van het magische spul. Laat het nu zijn werk maar doen.
Wanneer de vrijwilligers weer teruglopen naar de buurtschuur zie ik de glimlach van Henk zijn gezicht verdwijnen. Hij ziet diepe sporen van de machines waarmee vorige week de sloten zijn leeggehaald. Iets waar de gemeente verantwoordelijk voor is. Ik hoor Henk iets zeggen wat hij al meerdere keren heeft herhaald. “De gemeente huurt bedrijven in, maar die willen vooral efficiënt werken in plaats van milieuvriendelijk. Als de groep vrijwilligers wegvalt, kijkt niemand meer om naar het landgoed.” Zou Henk gelijk krijgen? Zou het echt zo met mij aflopen?
De vrijwilligers vertrekken weer op de fiets en nu is het afwachten of mijn grond straks een hogere zuurgraad heeft en alle planten beter gaan groeien en bloeien. Een paar dagen later zie ik Henk Blouw en Henk Zwetsloot weer verschijnen op het landgoed. Het is tijd om monsters te nemen van de bloemenweide waar eerder meel/gruis is verspreid.
En wat hoor ik nu, test is positief, de zuurgraad van mijn grond is gestegen. Dit betekent dat de bloemen die ik deze lente ga zien, waarschijnlijk nog veel langer te zien zijn en dat er hopelijk nog veel meer mooie bloemen bij kunnen komen in de aankomende jaren.
Aangezien de vrijwilligers het vulkaanmeel zorgvuldig over de rest van het landgoed hebben verspreid, krijg ik weer een beetje meer hoop. Het idee dat in de komende lente mijn bladerdek voller zal zijn en dat nieuwe plantensoorten gaan overleven, geeft mij hoop. Met hulp van de vrijwilligers kan ik nog in lengte van jaren het groene hart van Assen-Oost blijven!
Recente reacties