Biljartvereniging moet ‘breaken’, maar brengt bij elkaar
De klok slaat twaalf uur in Vroomshoop. Het Punt is nu enkel een gebouw en de bar lijkt meer op een IKEA-showroom dan een café. In de biljarthoek, waar de Grolsch-borden de muur versieren als barokbehang, zijn een handvol mannen druk bezig de biljarttafels in gereedheid te brengen. Het geluid van de kruimeldief, bediend door een van de leden van de biljartclub, snort door de ruimte. Het schrille geluid van schuivende tafels maakt het moeilijk om met spelleider Harrie Drenth te praten. Hij leidt een van de oudste verenigingen van Vroomshoop, de biljartclub. Iedere dinsdag komen de mannen samen om te biljarten. Harrie is sinds 2006 lid, maar sinds 2012 leidt hij de competitie en zorgt hij dat elke week de wedstrijdschema’s klaarliggen. Terwijl de spelleider al mompelend zijn bruine aktetas uitpakt en de tafel vult met verschillende papieren, druppelen de eerste biljarters binnen.
Rond 12:30 stroomt het Grand Café dan echt vol. Het meditatieve geluid van de ketsende biljartballen verdwijnt wat naar de achtergrond door het gepraat in dialect door de binnenstromende mannen. “Goed leven?” roept een van de leden richting een groepje dat plaatsneemt achter de bruine tafels om de eerste wedstrijden te bekijken. De mannen praten over van alles, van politiek tot plaatselijk nieuws, maar het is ook grappen en grollen. De leden komen hier voornamelijk samen. Daar kijken ze dan ook naar uit. “Anders zit je ook maar achter de geraniums,” zegt Harrie met een grijns. Dat het biljarten op de dinsdag leuk is, zie je ook aan de wachtlijst van vijf man. Dit lijkt niet zoveel, maar als je bedenkt dat de meesten “pas stoppen als ze weggaan tussen zes planken,” dan duurt het best een tijdje voordat je aan de beurt bent.
Rond 13:00, nu iedereen onder het genot van een bakje koffie heeft bijgepraat, geeft Harrie het startsein voor het eerste potje libre. Henk mag beginnen omdat hij de hoogste gemiddelde score heeft. Harrie legt uit: “Beide hebben 25 beurten om zoveel mogelijk punten te maken en hopelijk boven hun gemiddelde uit te komen.” Henk, met een gemiddelde van 20 punten, haalt zijn hand nog eens door zijn naar achter gekamde Zweeds-blonde lokken, Zet zijn ronde bril goed op zijn neus en breakt off. Dit werpt gelijk zijn vruchten af: hij weet drie caramboles te scoren en laat in zijn laatste beurt de tafel moeilijk achter voor Cor. Cor is met zijn 67 lentes het jongste lid van de biljartvereniging. “Je hebt geen geluk Cor, maar het is wel jouw beurt!” zegt Henk met een grijns. De rode bal ligt moeilijk in de hoek. Het jongste lid doet een goede poging, maar stoot en mist de gele bal. Hij mompelt iets wat lijkt op blasfemie. Na een paar goede beurten van Henk staat het ineens 8-0. Tot het vermaak van de rest weet hij zijn negende carambole niet te pakken. Ook in deze beurt heeft Henk de ballen moeilijk weggelegd: zowel de rode als witte bal ligt tegen de lange band. Cor weet niet wat hij ermee aan moet en mist. Aan de kant wordt er druk overlegd over wat de beste manier is om te spelen in deze situatie. Naast Cor mist ook Henk de bal compleet. De oude mannen langs de kant diagnosticeren hem al lachend met “losse vingers.”
Na een paar puntloze rondes slaakt Henk een zucht van opluchting als hij net aan een punt pakt. Nu Cor 9-0 achterstaat, is het tijd voor verandering. Cor krijt zijn cue in de hoop wat extra effect aan de bal toe te kunnen voegen. Het krijten heeft zin, want Cor maakt een punt onder gejuich van het publiek. Het leek niet te gebeuren, maar het verwarmde kleed rolt goed en Cor laat de gele bal de rode bal knap kussen. Cor lijkt op dreef te komen en maakt twee beurten op rij een carambole. Echter, zit Cor nu in zijn derde achtereenvolgende beurt in een lastig parket waar hij zichzelf niet uit weet te redden. De beurt naar Henk, die maar weinig met zijn beurt doet. Cor bedankt Henk voor het makkelijk wegleggen van de ballen en pakt nog een carambole. Cor maakt slim gebruik van de lengte van de tafel en weet een prachtig punt te pakken; hij krijgt complimenten van zijn tegenstander. Nadat de beurt weer naar Cor is gegaan, pakt hij wederom een mooi punt wat de tussenstand naar 16-8 brengt.
Henk merkt zelf ook dat hij de controle verliest. Hij mompelt “goshemeine” terwijl hij gaat zitten en Cor weer een punt ziet maken. De spanning is om te snijden als Henk met nog twee beurten te gaan op matchpoint staat. Maar dan wordt Henk gebeld, de luide ringtoon legt het spel aan de beide tafels even stil. Dit is een ongelukkig telefoontje, Henk probeert de persoon aan de andere kant van de lijn af te poeieren zodat hij door kan spelen, maar dit lijkt moeilijker dan verwacht. Het telefoontje lijkt een cadeautje voor Cor. Henk weet maar niet op de 20 te komen. En daar maakt het jongste lid gebruik van: Cor weet met een legendarische comeback te winnen. Henk kan het alleen maar waarderen en knikt. Cor zag het zelf ook niet aankomen en krijgt daarom ook een stevige handdruk van zijn tegenstander. “Toch nog hè?!”, zegt Cor lachend.
Nu de klok drie uur slaat, vinden de mannen dat er ergens in de wereld wel een vijf in de klok staat. De jenever op tafel. De sterke, kruidige lucht vult de ruimte. Terwijl Harrie zijn jenever nipt, praat hij na over de wedstrijden zoals die tussen Cor en Henk. “Ik heb geen favoriet, ze zijn allemaal even lief. Als iemand een goede pot speelt, bewonder je dat. Uiteindelijk gaat het mij hier ook helemaal niet om de competitie, daarvoor speel ik op de dinsdagavond in een andere competitie. Hier is het gewoon voor de gezelligheid en het samenzijn.” De laatste zin van Harrie vat de biljartclub samen. De biljartvereniging draait niet om één winnaar. De vereniging draait om samen winnen en samen verliezen.
Recente reacties