Soep op de Straat brengt buren samen in de Oosterparkwijk

Groningen – In de Oosterparkwijk kun je deze week zomaar een vrolijke bakfiets tegenkomen, dampend van de verse soep. Het is geen foodtruck of reclameactie, maar onderdeel van Soep op de Straat, een initiatief van WIJ Oosterpark om buurtbewoners dichter bij elkaar te brengen.

 

Door letterlijk de straat op te gaan hopen de initiatiefnemers een gesprek op gang te brengen tussen buren die elkaar soms al jaren niet meer – of nog nooit – hebben gesproken. Met soep als sociaal middel stopt de bakfiets op verschillende plekken in de wijk, steeds zo’n half uur per locatie. Vrijwilligers bellen aan, maken een praatje en nodigen bewoners uit om naar buiten te komen voor een kop warme soep en een ontmoeting met de mensen achter de voordeuren in hun straat.

“Het is heel laagdrempelig,” vertelt een medewerker van WIJ Oosterpark. “Iedereen houdt wel van een kopje soep, zeker op een frisse dag. En eenmaal met soep in je handen is een praatje zó gemaakt.” Voor veel bewoners blijkt dat precies wat ze nodig hadden. Een oudere vrouw uit de wijk vertelt: “Mijn naaste buren zijn studenten. Hartstikke vriendelijk hoor, maar ze verhuizen zo snel dat je tegen de tijd dat je ze een beetje leert kennen, ze alweer weg zijn. Dat maakt het soms wel eenzaam.”

Theo, een bewoner die al veertig jaar samen met zijn vrouw in dezelfde straat woont, vult aan: “Ik voel weinig verbinding met de mensen om me heen. Dat vind ik jammer, maar ik ben ook niet zo sociaal aangelegd. Dan kom je gewoon niet verder dan een kort knikje. Maar vandaag sprak ik ineens met een jonge jongen die net met zijn vriendin is komen samenwonen. Dat vond ik echt leuk – het voelde even alsof de straat weer een beetje leefde.”

Volgens de organisatie is dat precies de bedoeling. De actie vindt drie à vier keer per jaar plaats en is een uitbreiding van het wekelijkse Soep op de Stoep-moment, waarbij op een vaste plek in de wijk soep wordt geserveerd. “Met Soep op de Straat trekken we de wijk écht in,” legt een van de organisatoren uit. “We bewegen ons van straat naar straat, stoppen op verschillende plekken, bellen aan en proberen bewoners uit hun routine te halen. Soms is dat maar voor vijf minuten, maar het kan net dat duwtje zijn dat nodig is om iemand zich gezien te laten voelen.”

Naast de soep zijn het de kleine ontmoetingen die blijven hangen. Lachjes over de rand van een soepbeker, gedeelde herinneringen aan hoe de straat vroeger was, of simpelweg: “Waar woon jij precies?”

“De mensen zijn er wel, maar je moet elkaar even vinden,” zegt Theo. “Misschien zie ik die jongen wel weer binnenkort. Dan zwaai ik in elk geval even.”

Met de laatste bekers soep uitgedeeld, verdwijnt de bakfiets weer om een straat verderop te stoppen. De gesprekken zijn dan vaak nog niet voorbij – en dat is precies de bedoeling.