Marc Hollander over vrijwilligerswerk bij Ribs & Blues: ‘Enorme belevenis om mee te maken’

RAALTE – Eén en al gefeest, genieten van een sparerib of uit je dak gaan met je favoriete bluesmuziek. Dan denken de inwoners van Raalte en omstreken aan Ribs & Blues: het jaarlijks terugkerende evenement waar het centrum weer voor drie dagen op zijn kop staat. Marc Hollander heeft als vrijwilliger al vijftien edities meegemaakt en gaat met een openhartig interview in op de fantastische tijd die hij de afgelopen jaren heeft beleefd.

Kun je je nog herinneren hoe je ooit betrokken raakte bij Ribs & Blues?

“Ja, ik had de ambitie al om iets te doen voor het evenement. Op een gegeven moment kregen we een rondleiding van de vorige voorzitter, en toen was het balletje gaan rollen. En zo was het contact ontstaan van: goh ik wil volgend jaar wel wat doen. Ik gaf aan dat ik het leuk zou vinden om het jaar erop mee te helpen. Daarna hebben we een afspraak gemaakt, een goed gesprek gehad en heeft hij mij erbij gehaald.

Weet je ook met hoeveel mensen je begon bij het evenement?

“Wanneer ik begon als vrijwilliger bij Ribs & Blues, liep het evenement al wel een tijdje. De eerste tien jaar was ik er zelf nog niet bij betrokken, maar wat ik begrepen heb, begon het echt met een klein clubje. Dat is door de jaren heen langzaam maar zeker steeds verder gegroeid.

Toen ik zelf begon als vrijwilliger, hadden we een commissie van zes mensen. Natuurlijk waren er daaromheen nog wel meer mensen betrokken. Sindsdien – niet per se door mij hoor – is het evenement ieder jaar groter en professioneler geworden. We werkten steeds aan kleine projectjes, en elk jaar werd het mooier. Je ziet echt elk jaar een stukje verbetering.”

Had je daarvoor al vrijwilligerswerk verricht?

“Voordat ik mijn steentje bijdroeg bij Ribs & Blues, heb ik mij als voetbaltrainer ingezet. Dit deed ik bij de voetbalclub SV Raalte. Dat is ook vrijwilligerswerk eigenlijk. Als voetbaltrainer coachte ik de teams van mijn zoontjes. Het is misschien iets wat je automatisch oppakt.”

“Er komen steeds meer mensen bij, steeds meer mensen die helpen. Dat is een enorm mooie belevenis om dat mee te maken.”

 

Wat maakt dat je dit al 15 jaar lang doet? Wat betekent Ribs & Blues voor jou persoonlijk?

“Ik ben in eerste instantie een muziekliefhebber, dus ik hou ook echt van die bluesmuziek. Ook de bandjes heb ik altijd leuk gevonden. Dan denk je misschien aan de grote bands, maar de kleine bandjes ben ik altijd heel enthousiast over. Dus dat vind ik heel erg gaaf: dat het hier is in Raalte, waar ik woon.

Het hele proces zelf zorgt voor een enorme verbinding onder elkaar. Het begint al op dinsdagmiddag wanneer ze het festivalterrein al met spuitbussen markeren. Vervolgens zie je eigenlijk al snel hoe een heel festivalterrein in sneltreinvaart uit de grond wordt gestampt. Er komen steeds meer mensen bij, steeds meer mensen die helpen. Dat is een enorm mooie belevenis om dat mee te maken.”

Is dit dan ook de reden dat je dit al die jaren doet?

“Jazeker. Hoewel het hard werken is, is iedereen te spreken. Ook draagt iedere betrokkene een steentje bij en wordt er hard gewerkt, maar ook op een leuke manier. Daarna wordt er een borreltje gedronken. Uiteindelijk is het feest eindelijk daar en krijgen we het voor mekaar om het terrein in drie dagen tijd weer af te bouwen. Dus op één avond is drie kwart van het hele terrein weer weggehaald. Dat is echt uniek om te zien. Al met al haal ik er wel voldoening uit.”

Vijftien edities heb je meegemaakt, kun je wel zeggen dat Ribs & Blues een plekje in je leven heeft?

“Het is wel een deel van mijn leven geworden, ja. Dat is wel echt zo. Heel veel mensen weten ook dat ik dit doe. Ze vragen er ook altijd wel naar.”

Je zei eerder dat je een muziekliefhebber bent. Hoe belangrijk is muziek zelf voor jouw vrijwilligerswerk bij Ribs & Blues?

“Muziek is echt een enorme passie van me. Ik ben er heel erg in geïnteresseerd en ben ook altijd bezig met uitzoeken welke artiesten en bandjes er komen zodra de line-up bekend wordt. Dan pluis ik dat helemaal uit. Vaak ken ik er al best veel van, en ik vind het gewoon ontzettend mooi en gaaf om daarmee bezig te zijn.

Die liefde voor muziek zit er al sinds mijn tienerjaren in. Toen ik een jaar of 14, 15 was, ging ik al naar concerten en bezocht ik bandjes in jeugdhonken. Bijvoorbeeld in Hedon in Zwolle, of in Deventer en Hengelo – dat deed ik toen al regelmatig. En dat ik dat nu in mijn eigen dorp mag meemaken, is natuurlijk helemaal geweldig.”

Wat is precies jouw taak als vrijwilliger?

“Op dit moment ben ik in de voorbereiding vooral bezig met het opnieuw opzetten van het theater. We hebben jarenlang een theatervoorstelling gehad tijdens het evenement, maar dat is er een tijdje uit geweest. Nu probeer ik dat weer van de grond te krijgen. Daarnaast denk ik mee over de aankleding. In het verleden regelde ik ook veel voor de kinderactiviteiten en de spareribs, maar dat wordt nu door anderen gedaan. Tijdens het evenement zelf verzorg ik de artiestontvangst op het kleine podium, de Delta Stage. We hebben twee podia: het hoofdpodium en de Delta Stage. Voor die laatste ben ik verantwoordelijk voor het ontvangen van de artiesten. Ook help ik mee met de opbouw.”

Mainstage Ribs & Blues, bron: Ribs & Blues

Hoe is de sfeer backstage? Kun je daar meer over vertellen?

“Je verwacht misschien de typische rock-‘n-roll-taferelen achter de schermen, maar dat valt eigenlijk reuze mee. Het is allemaal best rustig en professioneel. Nederlandse artiesten, zoals Tim Knol bijvoorbeeld, komen gewoon aanrijden in hun auto met een paar gitaren. Dan sluiten hun bandleden aan, soms met een busje vol spullen. Ze laden uit, drinken een kopje koffie of soms een biertje, spelen hun set, en daarna gaan ze weer naar huis.

Bij buitenlandse bands, die vaak op tournee zijn, is het net even anders. Die komen met een tourbus en hangen wat rond. Soms zie je iemand een jointje roken, maar dat is het dan ook. Het is allemaal een stuk minder spannend dan mensen denken.”

Je helpt dus voornamelijk backstage mee. Ben je ooit onder de indruk geweest toen een artiest opeens in levenden lijve voor je neus stond?

“De allergrootste namen komen meestal niet op het podium waar ik actief ben, maar toch zijn er momenten geweest die indruk maakten. Zo kwamen Ilse DeLange en J.B. Meijers eens langs. Die maakten wel indruk, ja. Ook heb je af en toe van die grappige momentjes. Zo heb ik met Tim Knol in de auto gezeten. We waren toen opzoek naar een parkeerplek die hij maar niet kon vinden. Dat soort dingen zijn wel leuk, maar ik ben niet iemand die compleet overdonderd is door bekende mensen. Uiteindelijk zijn het ook gewoon mensen.”

“Er komt telkens een stapje bij; het wordt steeds mooier.”

  

Heb je ooit een moment backstage gehad of op het festivalterrein wat je nooit meer gaat vergeten?

“Zeker! Een moment dat me echt is bijgebleven, was toen Ralph de Jongh – een bluesgitarist uit Tilburg – langskwam. Ik had hem al eens eerder gezien, maar toen hij aankwam met zijn vrouw dacht ik even: “Zit hij nou in zijn onderbroek?” Hij stapte uit de auto met een strak shirtje aan, een bodywarmer, een zwembroek, Rolling Stones-sokken en gympen. Echt een opvallende verschijning.

Maar wat een toffe en enthousiaste gast was dat. Hij was supervriendelijk en vond alles geweldig. Tijdens de opbouw moest hij afstemmen met de geluidstechnici, die hem aanmoedigden met: “Kom op Ralph, wat gaan we doen?” Ralph antwoordde met: “We gaan op reis!” Zulke momenten blijven je gewoon bij.”

Merk jij dat Ribs & Blues mensen in Raalte echt dichter bij elkaar brengt?

“We hebben een vaste groep vrijwilligers – zo’n 30 tot 40 mensen – die zich het hele jaar inzetten. Die groep voelt echt als een hechte club, als je het hebt over verbondenheid. Je ziet die verbondenheid trouwens ook terug bij de Carnavalsverenigingen, zoals de Stöppelkaters. Rondom hen zit een hele crew. Die mensen zijn nu elke donderdagavond, en soms ook op zaterdagen, bezig met bouwen. Ze maken huisjes, een café, van alles. Alles wordt eerst opgebouwd, dan uit elkaar gehaald en vervolgens op het terrein weer helemaal opnieuw opgebouwd. Ze doen echt ontzettend veel voor de aankleding van het festival. Die groep is er altijd bij tijdens de opbouw van Ribs & Blues. Tijdens de opbouwdagen zijn ze soms wel met 60, 70 of 80 man. En na afloop zitten ze samen aan tafel met een biertje. Daar zie je echt een sterke onderlinge band ontstaan.”

En geldt dat ook voor de bezoekers tijdens het evenement?

“In de beginjaren bestond het publiek vooral uit mensen uit Raalte en de regio, maar dat is flink veranderd. Sinds ik er zo’n vijftien jaar geleden bij kwam, zie je dat het publiek steeds landelijker is geworden. Dat komt ook omdat het programma bewuster en specifieker is samengesteld. We kiezen niet voor een standaard mainstream line-up. Natuurlijk staan er wel bekende namen op, zoals Douwe Bob, maar het merendeel van het programma is gericht op muziekliefhebbers die houden van bluesmuziek. En dat spreekt niet iedereen hier in het dorp aan. Veel mensen houden juist van carnavals- of feestmuziek. Dat merk je ook in de samenstelling van het publiek. Tegenwoordig komt zo’n 60 tot 70% van buiten Raalte en de omliggende gemeente. Die verschuiving werd nog sterker toen het festival van gratis naar betaald ging. Vroeger kwamen veel locals even een biertje drinken en gingen ze vervolgens weer weg. Maar dat zie je nu minder gebeuren.”

Je draagt al voor een lange tijd je steentje bij. Wat zijn dingen die je door de jaren heen hebt zien veranderen aan het festival?

“Wat vooral opvalt, is hoe het festival jaar na jaar steeds professioneler wordt. Er komt telkens een stapje bij; het wordt steeds mooier. Een grote verandering herinner ik me nog goed. We verwachtten slecht weer en hadden toen een grote naam op het programma: The Beach Boys. Om te zorgen dat iedereen ze goed kon zien, zijn er toen voor het eerst grote LED-schermen naast de tent geplaatst. Sinds die tijd hebben we het altijd gehouden. We hebben nu zelfs vier grote beeldschermen bij het hoofdpodium.

Ook die tent wordt steeds groter. Die wordt opgebouwd in secties – eerst waren dat er zes, toen acht en nu al tien. En als je van een afstandje het terrein ziet, met twintig vlaggen en steeds meer aankleding, dan zie je echt dat het uit z’n voegen barst. Het is prachtig om die ontwikkeling van dichtbij mee te maken.”

Zie je jezelf dit vrijwilligerswerk nog een vijftien jaar doen? Of is er een moment waarvan je denkt: het is mooi geweest?

“Voorlopig blijf ik dit zeker nog doen. Als ik over tien jaar met pensioen ben, heb ik veel meer tijd om nog meer te doen. Dus voorlopig zie ik mezelf hier nog wel even mee doorgaan.”

Heb je nog meer ambities als het gaat om vrijwilligerstaken bij het evenement?

“Ik heb in de loop der jaren eigenlijk van alles gedaan. Dit jaar doe ik het juist een beetje rustiger aan, en dat bevalt me eigenlijk wel. Ik denk nog steeds dat ik af en toe wat dingetjes oppak en ik denk graag mee. Tijdens het evenement zelf help ik met de opbouw en zorg ik ervoor dat mijn vrienden – een man of tien- ook meehelpen. Die regel ik zelf en ze weten wat er moet gebeuren. Ze zien het ook een beetje als een gezellig uitje, want daarna drinken we samen een biertje. Ik heb verder geen bijzondere ambities. Dit is goed genoeg zo.”