“Soms lijkt het alsof we in een attractiepark wonen.”
Rob Berendsen staart vanuit zijn keuken naar het rustige water van de gracht terwijl de regendruppels in de gracht van Giethoorn vallen. Zijn koffie is warm in zijn hand, maar zijn gedachten dwalen af naar zijn dochter. Ze had hem laatst opgebeld, ze was overstuur en verbijsterd. Terwijl ze onder de douche stond, hoorde ze plotseling stemmen in de woonkamer. Toen ze naar beneden ging, trof ze een groep toeristen aan, lachend en foto’s makend alsof ze in een museum waren beland. Rob had haar gerustgesteld, maar diep vanbinnen voelde hij haar ongemak. Hoe konden mensen zo gemakkelijk over de grenzen van privacy stappen?
Dit incident was voor Rob een teken aan de wand. Giethoorn is veranderd. Wat ooit een rustig dorp was, is nu een wereldberoemde trekpleister. De smalle grachten zitten vol met rondvaartboten en de smalle paden lopen over van toeristen. Rob begrijpt goed waarom mensen naar Giethoorn komen. De schilderachtige bruggetjes, de pittoreske huizen en de kalme grachten hebben iets magisch. Maar hij ziet ook hoe zijn dorpsgenoten steeds meer moeite hebben met de constante drukte. Buren klagen over bezoekers die zonder pardon hun erf oplopen of selfies maken voor hun ramen.
Rob denkt terug aan zijn jeugd. Zijn ouders, afkomstig uit Apeldoorn, waren altijd op zoek naar manieren om hun zes kinderen een fijne tijd te bieden. Tijdens een uitstapje ontdekten ze een oude caravan in Giethoorn en besloten die te kopen. Voor Rob was het de mooiste tijd van zijn jeugd: zwemmen in de grachten, spelen met de kinderen op de camping en genieten van de geur van gras na een zomerse regenbui. Toen de caravan te klein werd, bouwde zijn vader een grotere caravan en later een zomerhuisje, dat de naam “De Berenklauw” kreeg. Uiteindelijk kochten ze een huis, dat zijn vader eigenhandig opknapte. Dat huis is nu Rob’s thuis.
De veranderingen in het dorp baren hem zorgen, maar Rob voelt zich niet persoonlijk bedreigd door de toeristen. Hij haalt vaak zijn schouders op als hij de drukte ziet. Toch begrijpt hij de zorgen van anderen. De overlast groeit, en sommige dorpsbewoners voelen zich opgesloten in hun eigen huis. Het incident met zijn dochter is voor Rob een wake-upcall. Hij besluit een ketting bij de ingang van zijn erf te hangen. Het is een simpele oplossing, bedoeld om grenzen aan te geven. “Het is toch gek dat dit nodig is,” zegt hij tegen zijn buurman. Die knikt begrijpend. “Soms lijkt het alsof we in een attractiepark wonen.”
De ketting houdt de meeste nieuwsgierige bezoekers op afstand, maar het voelt dubbel. Rob ziet zichzelf niet als iemand die zich wil afsluiten. Hij begrijpt de aantrekkingskracht van Giethoorn. Maar hij verlangt soms terug naar de tijd waarin het dorp voelde als een echte gemeenschap. Vroeger kende iedereen elkaar, werd er samen gefeest en geleefd. Nu lijken sommige straten meer op een decor dan op een dorp. Borden met Chinese teksten erop en reclamevlaggen bij elke winkel of restaurant, iets wat eigenlijk niet in Giethoorn hoort.
Toch overheerst bij Rob het gevoel van trots. Zijn vader zei vroeger vaak: “Als ik ooit de kans krijg, koop ik dat huis.” En nu woont hij er. Het huis met zijn houten brug is een tastbaar bewijs van het harde werk van zijn ouders. Dat zoveel mensen Giethoorn willen zien, begrijpt hij ergens wel. Maar hij wenst dat bezoekers niet alleen door hun camera kijken, maar ook beseffen dat hier mensen wonen.
Op zonnige dagen ziet Rob de bussen vol toeristen aankomen. Hij hoort de motoren van de bootjes zoemen in de grachten. Het stoort hem niet echt, maar hij begrijpt dat anderen er anders over denken. Zijn dochter komt nog vaak naar Giethoorn om te ontspannen na drukke studieweken in Amsterdam. “Zodra ik de polder inrijd en richting Emmeloord ga, ben ik thuis,” zegt ze vaak. Dat herkent Rob. Ondanks alles voelt Giethoorn nog steeds als thuis.
Toch blijft de balans zoeken wel eens lastig. Giethoorn verandert, en er lijkt geen weg terug. De vraag is hoe bewoners en toeristen samen kunnen leven zonder dat het dorp zijn ziel verliest. Rob beseft dat de ketting voor zijn erf slechts een tijdelijke grens is. Het echte probleem is groter: hoe behoud je de leefbaarheid in een dorp dat zo geliefd is bij de hele wereld?
Op een rustige herfstochtend zit Rob nog steeds aan de keukentafel. Zijn koffie is inmiddels koud geworden. Hij staart naar de houten brug voor zijn huis. De herfstzon werpt lange schaduwen over het water. Heel even lijkt het dorp weer stil, zoals vroeger. De ketting hangt er nog steeds, een stille grens tussen zijn thuis en de buitenwereld. Giethoorn is veranderd, maar in zijn hart blijft het altijd de plek waar hij thuishoort. Hoeveel bezoekers er ook komen, dat gevoel zal nooit veranderen.
Recente reacties