Wie over de drempel van schaamte is gestapt, kan bij ‘Stichting STERK met Elkaar’ terecht voor een voedseltas en nieuwe vriendschappen.

LELYSTAD – De gure wind zwiert over het industrieterrein terwijl de maan de donkere hemel verlicht. Om stipt 19.30 bewegen de vrijwilligers zich geoefend naar hun positie. Kratten vol brood en vlees uit de vriezer worden op lange tafels gezet. “Maak er een mooie avond van!” klinkt het bemoedigend. Met een flink geratel schuift het grote rolluik omhoog. Buiten wacht Sadhena Mirchi (42), haar handen diep in haar jaszakken gestoken tegen de kou. Haar ogen glinsteren van verwachting en dankbaarheid. Wat zou er deze week in de tas zitten? Voor even verdwijnt de druk van haar schouders terwijl ze zich in de rij voegt, omringd door lotgenoten met dezelfde hoopvolle blik.

Stichting STERK met Elkaar deelt in Lelystad wekelijks rond de 125 voedsel tassen uit aan gezinnen die zich geen boodschappen kunnen permitteren. Het is nodig, want in Lelystad leven naar schatting 3240 inwoners die niet genoeg inkomen of spaargeld hebben om rond te komen en boodschappen te doen. Bij Stichting STERK met Elkaar kunnen ze voor een minimale donatie van twee euro een tas met boodschappen krijgen. 

Dat doet ook Sadhena Mirchi. Met een flinke schuld en een knieoperatie waardoor ze niet meer kan werken, is ze de wanhoop nabij. Ze heeft hulp nodig. “Ons gezin van vier leeft van het inkomen van mijn man”, vertelt Sadhena. “Dat is niet genoeg om van rond te komen”. 

Samen besluiten ze hulp te zoeken. Bij de Voedselbank worden ze afgewezen. “Ze vonden dat mijn man te veel verdiende om in aanmerking te komen voor hulp”, vertelt Sadhena.

De nood is hoog en dus zoeken ze verder. Ze stuiten op een deelkastje in Lelystad waar gratis groente, fruit en andere levensmiddelen worden aangeboden. “Ik merkte dat het mij ademruimte gaf”, vertelt Sadhena. “Na verloop van tijd kwam ik in contact met de eigenaresse van het deelkastje. Het deelkastje bleek een stichting te worden, waarvoor wij in aanmerking konden komen”. 

De drijvende kracht achter de stichting is Lara Artz-Greven. Het begon voor de poort van haar huis, waar ze overgebleven groenten en fruit uit haar tuin uitdeelde. “Dat werd zo gewaardeerd dat het idee van een deelkastje ontstond. Ook dat sloeg aan, dusdanig dat er wekelijks een rij van mensen zich voor de poort verzamelden. Blijkbaar was de nood hoog bij buurtbewoners.” Omdat Lara uit eigen ervaring weet hoe het is om elk dubbeltje om te moeten draaien, besloot ze een stichting op te zetten. 

Het uitgiftepunt van de stichting bevindt zich tegenwoordig op een bedrijventerrein in de Zuiderzeewijk in Lelystad. Verstopt tussen de Praxis en de Shell staat de loods van de stichting. De loods is koud, want voor isolatie, een vloer en bekleding is nog geen tijd en geld geweest. Overal waar je kijkt, staan dozen vol groenten, kleding en levensmiddelen. Ondanks de ietwat behelpen plek is de sfeer gemoedelijk en positief. De vrijwilligers kletsen en lachen met elkaar, er wordt koffie gezet en koek gegeten. “Deze zijn over de datum, maar nog prima te eten!”, roept een van de vrijwilligers. 

Als Sadhena voor het eerst naar de stichting gaat, is ze zenuwachtig. “Ik was bang dat ik de enige zou zijn die hulp nodig heeft. Ik heb vaak gedacht: Waarom lukt het anderen wél om rond te komen, en ons niet?” Maar ze blijkt lang niet de enige. “Toen ik aankwam, stond er een lange rij. Dat was wel echt een opluchting”.

De stichting heeft een groot sociaal aspect. Wie eenmaal over de drempel van schaamte is gestapt, heeft de kans om mensen te ontmoeten die in hetzelfde schuitje zitten. Die gedachte zorgt voor een connectie tussen de deelnemers. “Ze wachten elkaar buiten op met een thermoskan koffie en wat koekjes. Het is echt heel gezellig”, vertelt Lara. Ook Sadhena heeft veel aan de andere deelnemers. “We delen bijvoorbeeld met elkaar in welke supermarkt er goede aanbiedingen zijn”, vertelt ze opgetogen. “Zo helpen we elkaar erdoorheen”. 

De stichting draait volledig op donatiebasis en sponsoren. Hulp van de gemeente krijgen ze niet. Wie deelnemers niet door een financiële molen wil halen, heeft volgens Lara geen andere keus. “Bij de voedselbank kijken ze tot op de cent na of je niet te veel verdiend hebt om in aanmerking te komen voor hulp. Dat willen wij niet. Wie niet uitkomt met boodschappen en denkt onze hulp goed te kunnen gebruiken, is welkom”. Inmiddels is de stichting zó populair dat er zelfs een wachtrij is. “Wij drukken mensen daarom op het hart: als je weer genoeg leefgeld hebt en je kan je eigen boodschappen doen, wordt je plek afgestaan aan de volgende”. 

De wekelijkse tas boodschappen die Sadhena van de stichting krijgt, betekent heel veel voor haar. “Het scheelt enorm in mijn portemonee. De twee euro die je betaalt is niks in vergelijking met de hoeveelheid producten die je krijgt”, vertelt ze. Haar gezin doet ongeveer drie dagen met de inhoud van de tas. “De overige dagen koop ik aanbiedingen in de winkel”.

Zodra de laatste deelnemer is vertrokken, gaat het rolluik naar beneden en de tent op slot. Er wordt opgeruimd en nagepraat. Bij Sadhena staat er morgen óók weer eten op tafel, en daar heeft ze maar één ding op te zeggen: “Ik ben dankbaar dat er mensen zijn die met ons meedenken, ons helpen en delen wat ze kunnen. Samen delen, elkaar helpen – dat is waar het om draait”.