Rondje Vroomshoop: ‘’Als het er echt op aankomt zijn we allemaal Vroomshopers’’

 

VROOMSHOOP – Ze klapt haar werklaptop dicht. Haar weekend is begonnen. We ploffen neer in de autostoelen van mijn kleine zwarte auto. We gaan namelijk wat plekken af die ver uit elkaar liggen. Ze pakt haar telefoon erbij en zegt: ‘’Ik heb alle plekken hier even opgeschreven.’’ De koppeling laat ik rustig omhoog komen en het gaspedaal wordt langzaam ingetrapt. We rijden rustig haar wijk uit in het westen van Vroomshoop. Op naar alle plekken waar Carmen haar herinneringen heeft liggen.

We beginnen bij de basisschool waar ze een leuke speeltijd heeft gehad, maar waar ze ook gepest is. Daarna gaan we door naar de kerk. Een plek waar ze vooral de waarde van heeft ingezien door een nare gebeurtenis. Ik merk direct dat ze super open is. Eerder ging Carmen al naar de kerk, maar ze was nog niet heel erg betrokken. Veel mensen van haar leeftijd gingen er ook niet meer heen.  ‘’Ik had bij mijn bijbaan ervoor gezorgd dat ik op dinsdagavond, wanneer ik in de kerk moest zitten, moest werken. Echt erg eigenlijk.’’ Twee jaar geleden kreeg ze te horen dat haar neef is omgekomen bij een auto-ongeluk. Twee weken voor dat ongeluk had ze hem nog gezien op een familiedag en in één klap was hij weg. Daar heeft Carmen nog steeds veel moeite mee. Meerdere leeftijdsgenoten hebben toen de kerk als tip gegeven. Een plek en mensen die voor Carmen rust en steun bieden in een moeilijke periode. ‘’Ik ben het geloof sindsdien weer meer gaan oppakken.’’

Van de kerk rijden we een klein stukje door naar ‘’Het Noordik’’, de middelbare school waar Carmen vier jaar als puber heeft rondgelopen. Ze vertelt me dat ze toen een identiteitscrisis had. Ging ze een stille willie worden of een meeloper? Dat is de vraag waar ze toendertijd mee worstelde. ‘’Ik ben een meeloper geweest op een foute manier. Ik ging om met dominante types die te laat kwamen, de grootste wilden zijn en rookten. Ik ging daar toen in mee.’’ Ik kijk naar Carmen en kan me het eerlijk gezegd niet helemaal inbeelden. “Nee, zo ben ik ook eigenlijk niet.’’, zegt ze me dan. Toch geeft ze aan de tijd op de middelbare school niet slecht te hebben ervaren. Veel jongeren hebben daar volgens haar in die periode last van. Na het kiezen van een studie is ze toch weer even hier terechtgekomen. Ze liep hier stage en dat beviel haar heel goed. ‘’Het was heel leuk om mijn oude docenten als collega te hebben. Als ik een keer op de koffie uitgenodigd zou worden, dan kom ik nog steeds al te graag.’’

Tijdens het rijden in het zuidwesten geeft ze aan hier niet snel een huis te willen kopen. Ik vraag me gelijk af waarom niet. ‘’Het zijn toch wel andere types die daar wonen dan in het oosten van Vroomshoop, waar ik liever heen wil in de toekomst.’’ Als ik haar dan vraag of ze een verdeeldheid ziet in Vroomshoop, zegt ze: “Nee, niet echt eigenlijk’’. Ik ben even in de war en vraag haar om meer uitleg. ‘’Het is heel tegenstrijdig dat ik dit zeg hoor. Ik wil daar liever niet wonen, maar van een verdeeldheid kan je niet spreken. Ik begroet ze gewoon op straat en ik krijg altijd een vriendelijke groet terug.’’ Ze geeft als voorbeeld de voetbalvereniging. Daar komen volgens haar allerlei mensen uit Vroomshoop. ‘’Je komt elkaar uiteindelijk overal tegen, dus er kan niet echt een verdeeldheid zijn. Ik zou op een feestje met iedereen wel een biertje kunnen drinken. Er zijn andere types, maar als het er echt op aankomt zijn we allemaal Vroomshopers. Als we hetzelfde doel hebben, dan help je elkaar gewoon.’’ 

We komen aan bij de Jumbo. Carmen heeft hier acht jaar van haar leven gewerkt en haar vriend ontmoet. Dit is een plek waar ze gelijk denkt aan de avonden die ze zingend, kletsend en met veel plezier door heeft gebracht. Hier is het ‘’ons kent ons’’ heel prettig. ‘’Ik zeg altijd dat het laatste jaar voor mijn pensioen ik hier terug ga komen. Dan word ik een lekkere kletskassa.’’, zegt ze lachend.

‘’Dat raam rechtsboven was mijn kamer.’’, Carmen wijst naar het oude huis van haar opa en oma. ‘’Ik had mijn eigen Lilo en Stitch dekbedovertrek waar altijd iets lekkers op lag. Ik was echt zo’n verwend kind, maar hier mocht dat.’’ De opa en oma van haar vaders kant zijn verhuisd naar Hardenberg. Een keuze die niet helemaal begrepen werd door de familie, waaronder ook Carmen. ‘’Ze hebben jarenlang hier gewoond. Mijn opa deed bijvoorbeeld ook veel voor de voetbalvereniging. Ik snap gewoon niet dat je dan weggaat.’’ De herinneringen die dit huis oproept zijn alleen maar positief. Ze wandelde met de grote Berner sennenhond hier rond, fietste graag rondjes met haar opa en speelde allerlei spelletjes in de tuin. De band met haar opa en oma was in haar jeugd heel sterk. ‘’Die is nu wel oppervlakkig. Ik zie ze misschien vijf keer in het jaar nu.’’, vertelt Carmen. Haar ogen gaan weer richting het huis. Ze baalt dat ze zijn vertrokken uit Vroomshoop.

Met de Benner sennenhond liep ze vaak naar de voetbalvereniging, de Vroomshoopse Boys. Ook één van haar favoriete plekken in het dorp. Niet heel gek als je drie dagen per week op het sportpark te vinden bent. Haar team is ondertussen ook haar vriendinnengroep geworden. ‘’Elke zaterdag sluiten we de dag af in de kantine. Je drinkt een drankje en het is een en al gezelligheid.’’ Dit is een plek waar volgens haar de saamhorigheid elke zaterdag te zien is.

Vraag van een andere Vroomshoper, genaamd Dennis, aan Carmen:  ‘’Wat is je toekomstperspectief? Zou je in Vroomshoop willen blijven wonen? En wat mis je hier nog?’’

‘’Ik blijf hier mijn hele leven’’, zegt Carmen meteen. In haar antwoord hoorde ik geen enkele seconden twijfel. Ze heeft hier alles. ‘’Mijn vriend komt hier vandaan, mijn sport zit hier en mijn vrienden komen hier vandaan.’’ Ze ziet haar toekomst echt in dit dorp. Ze zou hier een huis willen kopen. Toen ik haar vroeg of ze wat miste, bleef het even stil. ‘’Ja, het is geen bruisend dorp, maar de mensen maken het wel mooi.’’ Ik begreep haar als dorpeling gelijk. Een dorp hoeft niet altijd veel te hebben om je thuis te laten voelen. ‘’En is er voor jongeren, zoals jij, wel genoeg te doen?’’, vroeg ik. Ook toen was het even stil. Carmen zei dat Vroomshoop zelf niet super veel heeft, maar je bent zo bij een andere stad. Denk maar aan Almelo. Het enige minpuntje wat lachend in haar opkomt is: ‘’De laatste trein gaat al zo vroeg.’’

Na het beantwoorden van de vraag van Dennis, heeft Carmen ook nog wat vragen voor hem, namelijk: ‘’Hoe zou je iemand overtuigen om hier te komen wonen? Wat zijn voor jou de redenen om te blijven en nooit weg te willen gaan?’’ Benieuwd naar zijn antwoord? Lees dan hier het andere artikel.