Hangjongeren en overlast in en rondom Winkelcentrum Stadsdennen: hoe staat het er nu voor?
Harderwijk – Het Winkelcentrum Stadsdennen in Harderwijk heeft de afgelopen jaren veel last gehad van overlast door hangjongeren. Geluidsoverlast, afval, vernielingen en intimidatie waren aan de orde van de dag. Dankzij gerichte maatregelen lijkt de situatie nu sterk verbeterd te zijn, al blijven sommige problemen hardnekkig.
Hoewel de overlast van hangjongeren tijdens de coronaperiode piekte en in 2022 weer oplaaide, lijkt het nu een stuk rustiger te zijn in en rondom Winkelcentrum Stadsdennen. ‘Twee, drie jaar geleden was het hier best wel Wild West-achtig. Mensen stonden huilend aan de toonbank en zeiden: ‘We kunnen niet meer slapen. Wat moeten we nu?’ Vertelt Rob Hoorweg, voorzitter van de winkeliersvereniging Stadsdennen. Verder vertelt hij hoe het gesprek met verschillende instanties tot stand is gekomen: ‘Er kwam een knul binnen fietsen, en dat is een knokpartij geworden. Er is een filmpje van gemaakt en dat heb ik uiteindelijk aan een raadslid gegeven, met de boodschap: ‘Laat dit aan de burgemeester zien.’ Vanaf dat moment begon het balletje te rollen.’
Bennie Nijmeijer, bedrijfsleider van de Boni, merkt dat er nu nog maar zelden sprake is van escalatie: ‘Als je jongeren aanspreekt, valt het vaak mee. De situatie is nu veel beter, mede dankzij de inspanningen van de politie, de gemeente en het cameratoezicht.’ Toch zijn er nog punten waarop vooruitgang geboekt kan worden.
Afname incidenten, maar niet verdwenen
De problemen traden tijdens de coronaperiode naar de voorgrond en liepen in 2022 op. Geluidsoverlast, afval en intimidatie van winkelend publiek waren veel voorkomende klachten. Soms escaleerde het, zoals bij twee vuurwerkincidenten in 2022, waarvan één bij een horecagelegenheid en één nabij een geparkeerde auto.
Een bewoner* van het complex boven het winkelcentrum, vertelt dat het thema hangjongeren al tien jaar speelt. Die bewoner vertelt het volgende over de gebeurtenissen: ‘Ik heb meegemaakt dat er groepen van dertig, veertig man beneden stonden. Die stonden dan de boel te intimideren en spullen tegen het raam te gooien vanaf beneden.’ Het was een complete oorlog: ‘Soms moest de politie in het weekend drie keer op een avond komen. Het was zo erg dat we onze naambordjes weg moesten halen, omdat we bang waren om bedreigd te worden.’
Huidige maatregelen
‘De burgemeester heeft hier avonden georganiseerd met bewoners, politie, boa’s en de gemeente,’ vertelt Hoorweg. De gemeente heeft het toezicht verscherpt door de inzet van politie en handhaving en de inlichting van ouders over het gedrag van hun kinderen. Hoewel de maatregelen enige invloed hadden, waren ze onvoldoende om de overlast volledig terug te dringen. Dit had de komst van cameratoezicht in en rondom het winkelcentrum tot zijn vervolg. “Dat heeft echt geholpen. Het is hierachter nu redelijk rustig, en de camera’s dragen daar ook aan bij,’ weet Hoorweg. Ook Gerko Kats, leidinggevende van stadstoezicht, ziet dat de camera’s goed werken. ‘Tijdens de piek was er extra toezicht gekomen van BOA’s en politie. Verder zijn we met jongeren het gesprek aangegaan. Zo is er met allerlei maatregelen geprobeerd om het rustig te krijgen.’
Ook de bewoner beaamt dat het iets beter is geworden in de afgelopen twee jaar. Wel speelt het zich nu meer af rondom de parkeerplaatsen. ‘Daar hangen geen camera’s. We kunnen niet bewijzen dat daar drugs gedeald wordt, maar wij noemen het de ‘ambulante handel.’
Cameratoezicht speelt volgens Nijmeijer wel een belangrijke rol in het verbeteren van de veiligheid: ‘Het helpt preventief: jongeren weten dat ze gezien worden.’ Ook hij merkt dat het nu rustig is: ‘Ik denk dat dit er ook mee te maken heeft dat de wijkagent, politie en gemeente er meer aandacht aan hebben besteed.’
Beveiliging
Hoewel er voor een korte tijd een beveiliger rondliep in het winkelcentrum, blijkt dat nu financieel niet haalbaar. ‘Er is altijd roep om extra handhaving en toezicht, maar het budget om 24 uur per dag iemand ergens te laten staan is er helaas niet. De samenleving moet het uiteindelijk ook zelf kunnen doen,’ aldus Kats.
Nijmeijer denkt dat een beveiliger wel effectief kan zijn: ‘Een beveiliger geeft autoriteit en voorkomt veel incidenten. Op het vlak van preventie zou het enorm schelen.’ Twee andere medewerkers* in het winkelcentrum, benadrukken dat de aanwezigheid van een beveiliger zou kunnen helpen bij het voorkomen van overlast.
Belang van samenwerking
Deze twee medewerkers vertellen dat het soms lastig is bij het afsluiten van de winkel. De winkel wordt namelijk vaak door één persoon afgesloten en dat is niet altijd prettig. ‘Wat wel een fijn gevoel geeft, is dat we contact hebben met de buren. Als wij het rolluik naar beneden moeten doen dan blijven zij even in onze winkel, omdat wij ons dan buiten de winkel begeven. We hebben een goed gevoel in het winkelcentrum, sowieso met alle winkeleigenaren.’ Ook Hoorweg vindt dat de sociale controle hier voor elkaar is. ‘We kijken naar elkaar om, maar we merken ook dat sommige medewerkers, vooral in de winter, zich onveilig voelen bij het afsluiten.’ De twee medewerkers hebben nog nooit een nare ervaring gehad met hangjongeren: ‘We werken hier nog steeds met een goed gevoel.’
Intimidatie en afval
Een hardnekkig probleem blijft de overlast bij de laad- en losruimte van de Boni. Hier verzamelen jongeren zich, laten afval achter en zorgen voor een onveilig gevoel bij medewerkers die buiten spullen moeten opruimen. ‘Het gebeurt niet dagelijks, maar als er overlast is, voelen mijn collega’s zich niet altijd prettig. De jongeren komen intimiderend over. Dat kan gepaard gaan met een onveilig gevoel,’ vertelt Nijmeijer.
De bewoner bevestigt dit. ‘Ze zitten ook vaak bij de speeltuintjes. Daar ligt veel troep, zoals sigaretten en ander afval. Ook als ze eten halen, dan gooien ze het gewoon van zich af. Dat is schandalig: de heren van de opruimdienst van de gemeente staan zich hier kapot te vegen.’
Gevoel van onveiligheid
De bewoner woont al twaalf jaar in Stadsdennen, maar heeft zich nog nooit veilig gevoeld. ‘Dat gevoel van veiligheid is bij iedereen, bij elke iets oudere bewoner compleet weg. Zelfs jongeren hebben zoiets van: wat is dit hier? Er moet een wonder gebeuren als mijn gevoel van veiligheid terugkeert.’ Als er de mogelijkheid was om ergens anders te wonen, zou de bewoner dat graag willen.
Niet alleen het complex van de betreffende bewoner, maar ook het Vondelhuys heeft er last van. ‘Iedereen hier in de buurt wordt ermee geconfronteerd. Vooral als het donker is en als de schemering net begint te vallen, hebben wij er het meeste last van.’ Wel heeft het de buren dichter bij elkaar gebracht, wat de bewoner als positief beschouwt.
Niet serieus genomen
De bewoner vertelt dat als situaties uit de hand dreigen te lopen, ze het bij de politie melden. Ze vermoeden echter dat de meldkamer het niet helemaal doorzet: ‘Ik heb het gevoel dat de politie niet alle meldingen zo serieus neemt als zou moeten. Boa’s zijn er niet en de politie kampt natuurlijk met een personeelstekort. Als wij een melding doen van hangjongeren die aan het vechten zijn en er komt een melding van een ongeluk binnen, dan gaan ze naar het ongeluk. Gelukkig staat dat tegenwoordig wel op camera, dan kan je bewijzen dat het echt is gebeurd.’
Kats geeft aan dat het soms lastig is om te achterhalen wat voor overlast er precies is. ‘Jeugdoverlast is een containerbegrip. Het kan variëren van een vierjarig kind dat steentjes tegen een ruit gooit tot een criminele jeugdgroep die mensen bedreigt en winkeliers lastigvalt. Daarom is het belangrijk goed te kijken wat het probleem echt is.’
Jeugdvoorzieningen en multiculturaliteit
Nijmeijer stelt dat de gemeente meer kan doen om jongeren een alternatief te bieden. ‘Er is weinig voor jongeren hier. In de Kiekmure heb je biljarten en klaverjassen, maar voor een jongere doelgroep is het aanbod aan activiteiten en voorzieningen schaars.’ Verder benadrukt Nijmeijer het belang van multiculturaliteit in de aanpak: ‘In een diverse wijk als deze helpt het als buurtwerkers de taal spreken en de cultuur begrijpen. Iemand uit hun gemeenschap, zoals iemand vanuit de moskee, heeft vaak meer invloed.’ Hoorweg denkt anders over jongerenvoorzieningen: ‘Ik denk niet dat de jongeren waar we de overlast van hebben naar een plek zullen gaan die voor hen wordt gemaakt. Ze laten zich niet sturen. Waarom moet je iets creëren om hen te vermaken?’
Jongerenwerkers
De gemeente zet ook in op jongerenwerk om overlast te verminderen. Kats: ‘Binnen ZorgDat is een team verantwoordelijk voor het jongerenwerk. Jongerenwerkers doen straathoekwerk en bezoeken hanggroepen, terwijl anderen zich richten op individuele casussen, bijvoorbeeld door gesprekken te voeren of jongeren te helpen met school of werk.’
De bewoner vertelt dat de jongeren een tijd geleden een onderkomen hadden, maar dat dit is wegbezuinigd door de gemeente. Ook is er verteld dat er gesprekken zijn geweest met de voormalige burgemeester om dit terug te krijgen, zodat die jongeren in het weekend of in de avond elkaar kunnen treffen en daar hun eigen ding kunnen doen. Buurthuis de Kiekmure is ook geen optie: ‘De jongeren zijn daar uitgezet. Ze verpesten het een beetje voor zichzelf.’
Kats vertelt dat bij jeugdoverlast perceptie een grote rol speelt. ‘Voor een oudere met een rollator kan een groepje jongeren dat staat te praten onprettig voelen, ook als ze niks doen.’ De gemeente neemt veel maatregelen om overlast aan te pakken, maar jeugd hoort in de samenleving, vindt Kats. ‘100% jeugdoverlast voorkomen is niet mogelijk en moet je ook niet willen. Het gaat erom dat we in contact blijven en overlast binnen de perken houden.’
Conclusie
De overlast van hangjongeren rondom Winkelcentrum Stadsdennen is de afgelopen jaren dankzij maatregelen als cameratoezicht, extra handhaving en betere samenwerking sterk afgenomen. Toch blijven er problemen bestaan, zoals afval en een gevoel van onveiligheid bij bewoners. Meer aandacht voor preventie, gerichte jongerenvoorzieningen en culturele betrokkenheid kunnen helpen.
*De naam van de bewoner is bekend bij de redactie. Ook de namen en functies van de twee medewerkers in het winkelcentrum zijn bij de redactie bekend.
Gebruikte bron: overheid.nl
Heeft u iets meegemaakt in de wijk of wilt u iets delen? Laat het ons weten via redactie.stadsdennen@outlook.com
Instagram: @redactie.stadsdennen
Meer van ons lezen? Dat kan hier!
Geschreven door: Kyra Schuurkamp en Julie Koster
Recente reacties