Echte mensen werk
Emmermeer – Dicht op de mensen werken. Dat is wat Mirjam altijd al wilde. De dagen als buddy-agent beginnen vroeg. Wanneer de dauw nog van het gras af druppelt begint Mirjam al haar tweede bakkie koffie. Rustig blaast ze de hitte uit haar mok. De vogels volgen Mirjams dagindeling op de voet. Ze fluiten niet alleen elkaar maar ook haar uit een ochtendroes. Een bittere smaak plakt nog aan haar tong wanneer de rust verstoord wordt door haar p25. De code van een aanrijding wordt door de speakers geblazen. Nu begint de dag pas echt.
Melding
“Het zal toch niet”. Een melding van roekeloos rijgedrag valt als een baksteen uit de lucht en ligt zwaar in Mirjams maag. Met kramp in haar arm houdt Mirjam de handgreep van de auto vast. De pijn wordt overweldigd door een harde sirene, die praten onmogelijk maakt. Haar collega rijdt richting de N34, de dodenweg. De portofoon bromt het woord ‘ravage’ door de auto, waardoor Mirjam’s instinct op scherp gaat staan. Ze houdt zichzelf steviger vast. Vuur begint in haar te borrelen, ‘passie’ noemt ze het.
Wanneer de auto van de collega politieagenten het plaats delict binnen komt rijden, slaat het weer om. De lichtblauwe lucht maakt ruimte voor donkere wolken en de atmosfeer voelt zwaar op
Mirjams borstkast. Het zweet van haar handen veegt ze aan haar broek af, waar het een licht natte plek achterlaat. Ze zwaait de deur van de auto open en een dystopische scène ontvouwt zich voor haar ogen met elke stap die ze zet. Op de vluchtstrook staan een paar hoopjes schroot die ooit volledige auto’s waren. Alsof ze door een papierversnipperaar voor auto’s zijn gehaald. Niks meer van over. Een wieldop ligt naast haar schoen. Vol schrammen, net als de inzittenden van het voertuig. Roekeloos rijgedrag door één persoon heeft ervoor gezorgd dat niet alleen hij, maar ook drie anderen moeten vechten voor hun leven. Consequenties die voor altijd impact zullen hebben.
De focus wordt verstoord door deuren die dicht worden gegooid. De ambulancebroeders hebben net de boel schoongeveegd en mensen uit wrakken getrokken. De laatste brancard is net naar binnen geschoven. De sirene wordt weer aangezet en de ambulance maakt zijn weg door de ontstaande file.
Aan de deur
Een slecht nieuws gesprek met familieleden is nooit leuk. Niemand doet dit met plezier, maar het is een onderdeel van je functie. Ondanks de inzet van hulpverleners, loopt niet elke zaak goed af. Er is dan altijd iemand die de bom moet laten ontploffen bij dierbaren van een slachtoffer. Dit keer is zij het. Met de moed onder haar armen verzameld loopt ze richting de voordeur. Heel even staart ze naar de deurklink, dan verschuift haar aandacht naar de deurbel. Politie aan de deur is iets waar niemand écht op zit te wachten. Dit is vrijwel het zwaarste klusje, maar ook het kwetsbaarst. Zo kwetsbaar zelfs dat mensen voor je ogen soms in duizend stukjes vallen. En dan is het Mirjams taak om de boel weer aan elkaar te lijmen. Niet op de feiten vooruitlopen, we moeten eerst nog uit elkaar vallen. Dit gesprek gaat zwaar worden.
Ze weet niet hoe lang ze al met een uitgestrekt arm op de bel drukt, maar de deur zwaait abrupt open die haar weer naar de realiteit brengt. Een korte stilte valt en wanneer Mirjam de woorden vindt die ze zoekt beginnen de eerste scheuren voor haar ogen te ontstaan. Een hoopje mens voor haar probeert zich sterk te houden. “Als er iets is, kun je me altijd een bericht sturen”.
Een spiraal van emoties
De dagen die volgen zorgen voor verhitte gesprekken en een overvol hoofd. Dezelfde vragen blijven rondspoken, maar antwoorden heeft ze niet. Het is altijd een doodlopend spiraal van emoties. De moeder van een van de slachtoffers kan de realiteit niet onder ogen zien. Eerst beginnen de verwijten: de hulpdiensten moesten sneller aanwezig zijn. Het willen weten van meer details, soms is het beter als de familieleden niet altijd alles weten. Daarna verwijt ze zichzelf: als zij er was geweest dan was dit niet gebeurd, toch? Tot slot de vraag hoe ze nu verder moet. De vragen blijven zich herhalen – was er dan niks dat ze kan doen voor haar?
De telefoon gaat af, de moeder belt weer, Mirjam had haar zelf haar nummer gegeven. Na de derde tril geeft de beller het op en is het stil. Een gemiste oproep. Schuldgevoel bekruipt haar wanneer ze terug probeert te bellen en er niet wordt opgenomen.
Duidelijkheid
Het duurt dagen voordat Mirjam weer een berichtje krijgt. Er wordt gevraagd of Mirjam al meer weet over het politieonderzoek en of ze al meer details weet die ze vrij kan geven. Over een week komt ze op de koffie. De vraag of dat een goed idee is, spookt door haar hoofd. Ze gaat helpen met lijmen wat uit elkaar is gevallen. Na uitgebreid onderzoek te hebben gedaan over de vraag ‘hoe nu verder?’ Is ze weer klaar voor de confrontatie. Want ze heeft gemerkt dat de vragen circuleren vanaf die vraag. Als het de familieleden niet zelf lukt om dit trauma zelf te verwerken, moet zij uitzoeken hoe ze dat wel moeten doen. Elke stap uit die spiraal, is een stap verder. Zij is de buurtbuddy voor een reden. “Ik moet een netwerk opbouwen voor mensen die dat zelf niet kunnen.”
Kopje koffie
Een paar dagen later staart dezelfde deur haar weer aan, dit keer verblind door de zon in plaats van tranen zwaait een familielid de deur open. Dit keer zal het anders zijn – dit keer heeft ze antwoorden. Het is stil en er wordt hevig door een kopje geroerd. “Wil je een koekje?” wordt er gevraagd. Tegelijkertijd wordt het vriendelijk afgewezen, “Nee, dank je, wel heel lief dat je het aanbiedt.”
De koffie maakt zijn weg nog niet door haar keel, wanneer de eerste vraag wordt gesteld. De tijd komt in een versnelling terecht, nu moet ze reageren met de antwoorden, geladen in haar telefoon. Mirjam biedt het nummer van een traumatherapeut aan, spannend, want je weet nooit hoe mensen reageren op therapie. Er wordt een leesbril van tafel gepakt. Ogen scannen het beeldscherm. Het blijft stil. Net voordat Mirjam de stilte wil verbreken doen de familieleden dit al voor haar. “Graag,” wordt er gezegd, “Helpt dit ons verder?” Opgelucht haalt Mirjam adem, de eerste stap naar goede hulp is gezet.
Intenties
Het is nu 2024, een paar jaar verder, en toch denkt ze soms nog aan dit noodlottige ongeval. Tot op heden probeert Mirjam een netwerk op te bouwen met verschillende instanties, met zichzelf als overkoepelend orgaan. Mirjam zit tegenover me en kijkt me aan, “Dat was het moment dat ik me realiseerde hoeveel ik voor iemand kan betekenen. En toen ik een functie open zag staan voor buurtagent in Emmermeer wilde ik die uitdaging gelijk aan gaan, zodat ik nog dichter op de buurt kon komen.”
Recente reacties