Tegen de stilte in

Tegen de stilte in

Uitgeput zit Patti Broeder op de bank, met kussentjes in haar rug. Haar haren zitten in een snel opgestoken knot en door het kleine scherm van de telefoon vallen vooral de wallen op. Door een hernia zit Patti thuis, terwijl ze doorgaans juist zo’n bezige bij is. Languit op de bank denkt Patti terug aan zeven jaar geleden; naar het moment voordat haar leven op de kop gezet zou worden.

“Ik weet niet meer wat ik zelf koos, maar Bas koos het stencil van een zebra.” In het atelier in Apeldoorn doet de familie Broeder mee aan een schildercursus, waarin stencils als basis worden gebruikt van de kunstwerken. Met hun gekozen stencil lopen ze terug naar de werkbanken en beginnen met het maken van hun kunstwerk. Deze schildercursus is één van de vele uitjes van de familie Broeder; het creatieve gezin gaat vaker met elkaar op stap om zo samen nieuwe dingen te proberen.

Ondanks dat de herinnering van haar eigen kunstwerk na zoveel jaren is vervaagd, herinnert Patti zich overduidelijk hoe haar oudste zoon te werk ging tijdens deze cursus. “Bas koos een stencil van een zebra, maar hij trok helemaal zijn eigen plan. Hij volgde namelijk niet het stencil, maar maakte zijn eigen achtergrond.” Bas wijkt van het pad af. Alleen het stencil van de zebra is nog niet creatief genoeg voor hem. Paarse, blauwe en groene lijnen markeren het gezicht van de zebra, afgezet op een okergele achtergrond met vlagen van verwaterde verfkleuren als roze en rood.

Stilte voor de storm
De middag in Apeldoorn zou achteraf gezien één van de laatste stille momenten zijn voor de aankomende storm. Op 1 november 2017 wordt het leven van de familie Broeder op zijn kop gezet. Bas maakt op twintigjarige leeftijd een einde aan zijn leven. Hij laat zijn moeder, vader, broertje en zusje ontredderd achter. Het creatieve uitje zal tevens de laatste worden voor de familie Broeder. “Na de dood van Bas hebben we niet meer van die uitjes gedaan. Dat is dan iets wat je gewoon niet meer doet. Het is een moeilijke confrontatie. Zulke uitstapjes doen te veel denken aan Bas.”

“Het leed in die korte periode erna valt niet te omschrijven. Ik miste informatie. Ik voelde zo’n chaos aan emoties. Ik kon ontzettend kwaad worden op willekeurige omstanders of juist ontzettend de slappe lach krijgen, zelfs op de uitvaart al. Ik vroeg mij echt af: ‘Is dit nou normaal?’ Bovendien was er weinig tot geen online lotgenotencontact om dat bij te vragen.” Deze onbeantwoorde vragen leidden ertoe dat Patti, een jaar na de dood van Bas, de website Toen was het Stil opricht. “Ik bedacht me al snel, als ik het niet weet, dan weten anderen het ook niet. Toen besefte ik dat ik mijn kennis wilde bundelen op een website.”

 

En toen was het stil
Zeven jaar later is het voor Patti soms nog steeds moeilijk om over het overlijden van haar zoon te praten. “Gisteren kwam er nog iemand bij mij langs en die vroeg hoe oud mijn kinderen waren, toen antwoordde ik dat mijn oudste 27 was. Dat is helemaal niet zo natuurlijk, maar dat is de leeftijd dat Bas nu was geweest. Het is ontzettend lastig om erover te praten, omdat je ook vaak een reactie van shock krijgt. Het is wederzijds ontzettend lastig om erover te praten en zelfs ik, die er open en makkelijk over praat, heb het daar soms lastig mee”

Toch doet Patti er alles aan om zulke gesprekken makkelijker te maken. In de jaren na de suïcide van Bas groeit de website van Toen Was Het Stil en krijgt een nieuwe tak specifiek gericht op jongere nabestaanden: Stilgeweest. Het wordt Patti snel duidelijk dat jongeren die iemand verliezen door zelfdoding, nog meer zorg nodig hebben dan volwassenen. “Mijn dochter zat in jaar 6 van het gymnasium. Ik moest destijds alles zelf regelen als moeder. Ik moest aan docenten uitleggen wat mijn dochter nodig had en dat hun gedrag vaak helemaal niet door de bocht kon. Naast mijn eigen rouw en het leed van mijn gezin, moest ik ook aan docenten uitleggen hoe je voor jongeren kan zorgen in de rouw.”

Stilgeweest wordt in 2021 een stichting waarmee Patti kennis en expertise verspreidt rondom het rouwproces van jongeren nadat zij een naaste hebben verloren aan suïcide. De grootste focus van deze stichting is het geven van voorlichtingen. “In die voorlichtingen gebruik ik altijd psycho educatie. Op die manier leg ik uit wat er biologisch met je brein gebeurt tijdens het rouwen. Ik leg uit wat rouwen is en dat rouw niet te sturen is. Je hersenen functioneren bijna hetzelfde als wanneer je een fysieke klap hebt gehad door bijvoorbeeld een val. Je bent werkelijk beschadigd. In zo’n situatie kan je niet werken, dus bazen die strenge eisen gaan stellen aan rouwende mensen is onbegrijpelijk. Nog erger is vaak hoe docenten omgaan met studenten die in een rouwproces zitten. Er worden onmogelijke eisen gesteld aan studenten. Het is zelfs zo erg dat onlangs een student aan mij vertelde dat ze op de ochtend van de begrafenis van haar moeder verplicht een essay in moest leveren.”

De stilte doorbreken
Vorig jaar was Patti namens haar stichting gastspreker bij een voorlichting in Wezep om te praten over suïcide en het rouwproces voor naasten. In Wezep pleegden een aantal jaar geleden 5 jongeren kort na elkaar suïcide en ontzette daarmee de buurt. Uit gesprekken blijkt dat bijna elke bewoner op een manier wel een connectie heeft met één van de overleden jongeren, maar toch kwam er vorig jaar maar één persoon naar de bijeenkomst.

De drempel om het over dit moeilijke onderwerp te hebben, blijkt te groot. “We bestaan uit een organisatie met eigenlijk alleen maar jongeren en we zijn ook allemaal nabestaanden, dus je zou zeggen dat we wel weten wat de jongeren nodig hebben. Maar we snappen niet waarom bijna niemand op zulke bijeenkomsten afkomt, omdat het onderwerp wel echt speelt.”

Het taboe rondom suïcide blijkt moeilijk te doorbreken. “Men vertelt niet over zulke gedachten, zelfs niet aan hulpverleners. Mensen durven het gesprek niet aan te gaan omdat ze bang zijn voor wat ze opentrekken. Dat is helemaal niet zo. Vragen naar suïcide wakkert niet aan als je één op één in een juiste setting daar een gesprek over begint. Vervolgens kan je als omstander of hulpverlener zoeken naar passende hulp voor de jongere. We moeten vaker het gesprek aan gaan.”

Suïcidepreventiebeleid
Naast het huidige taboe, is de zorg voor jongeren die rouw ervaren na het overlijden van een naaste nog ontoereikend. “De website van Stilgeweest is begonnen omdat er niks was voor jongeren die iemand hadden verloren aan suïcide. We proberen daarom zoveel mogelijk mensen te informeren over hoe je omgaat met jongeren. En we staan te trappelen om onze expertise hierin te delen. Wij richten ons vooral op postventie, in plaats van alleen maar op preventie. Postventie is hulp na suïcide tijdens het rouwproces en dat is een woord dat in Nederland niet zo vaak gebruikt wordt. Met postventie zorgen we ook voor minder doden, door tijdens de rouw te helpen en te praten over gevoelens.”

Ondanks dat het taboe en de tekortkomingen, ziet Patti wel dat er meer aandacht voor het onderwerp komt in Nederland. Er komt volgend jaar een suïcidepreventiebeleid vanuit de gemeente. “Vanaf juni worden gemeenten verplicht om zo’n beleid op te stellen. Ik ben benieuwd wat dit in gaat houden want het is nu nog niet heel concreet. Ik hoop vooral dat er gekeken gaat worden naar het stimuleren van gespreksvaardigheden en hier trainingen voor geven. Jongeren zijn namelijk de grootste groep die suïcide plegen. Via gespreksvaardigheden kunnen we beter signaleren en praten over deze onderwerpen. Ga dat maar trainen.”

Zeven jaar later
Het schilderij van de zebra hangt nog altijd aan de muur en kleurt Patti’s huis in felle kleuren. Het is niet alleen een herinnering aan wat Bas kon, maar aan wie hij was. “Bas was geniaal in alle opzichten: muzikaal, intellectueel, creatief en hij was hoogbegaafd. Bas deed eigenlijk alles op zijn eigen manier en was ontzettend creatief. Zo maakte hij kleine Suske en Wiske boekjes van ongeveer 2 cm groot, of hij was een tijd helemaal bezig met origami. Ook was hij op een gegeven moment helemaal fan van runen, dan schreef hij een tekst niet met letters, maar met zelf aangeleerde runen. Bas was altijd zijn eigen grenzen aan het opzoeken en aan het kijken wat hij kon.”

“We zagen het helemaal niet aankomen. Bas had juist net een hele leuke baan, hij was bezig met het bouwen van een eigen tiny house, zijn carrière zat mee en hij had zijn diploma gehaald. Eigenlijk dachten we dat alle winden juist eindelijk voor hem mee zaten. Het moment was zeker niet verwacht, maar dat is eigenlijk meestal zo.”

De stichting geeft Patti houvast om toch uit deze donkere periode iets moois te laten groeien. “Veel ouders zetten natuurlijk iets op nadat er iets is gebeurd met hun kind. Ik denk dat dat is omdat je op die manier vorm geeft aan iets wat totaal zinloos en vormloos is.” In de toekomst hoopt Patti echter dat haar stichting niet meer nodig is. “Ik hoop zelf dat ik snel weer fatsoenlijk kan lopen. Ik ben 58 en mijn gezondheid en geluk is het belangrijkst. Ik zal blijven doorgaan met de stichting zolang als nodig is. Toch hoop ik dat uiteindelijk alle organisaties niet meer nodig zijn. Dat iedereen kan zijn wie hij of zij is en kan zeggen wat hij wil. Dat klinkt bijna utopisch tegenwoordig, maar solidariteit is een ontzettend belangrijkwoord voor mij. Daar ben ik ontzettend mee geholpen via mijn partner. Je wil gedragen kunnen worden door jouw omgeving.”